Piet Kuijt markeerde stiekem verzetsgraven, vandaag wordt hij geëerd
Verzetslieden die in de Tweede Wereldoorlog op de Waalsdorpervlakte werden geëxecuteerd, hadden voorgoed moeten verdwijnen onder het duinzand in het uitgestrekte natuurgebied. Maar de Duitsers beseften niet dat een Katwijkse helmgrasplanter stiekem de graven markeerde, zodat ze na de oorlog teruggevonden konden worden.
Het verhaal van deze Piet Kuijt komt nu pas aan het licht, omdat Edward Verheij zich vastbeet in het summiere verhaal dat over hem werd doorverteld binnen duinwaterbedrijf Dunea, opvolger van het bedrijf waar de grasplanter werkte. Vandaag vernoemt de gemeente Wassenaar het fietspad dat langs het gedenkteken in het duingebied loopt naar Kuijt.
"Hij had van de Duitsers een vergunning gekregen om het Sperrgebiet in te mogen. Hij wist dat als hij uit het gebied werd gehouden, er weer een executie plaatsvond", vertelde Verheij in NOS Met Het Oog Op Morgen. "Omdat hij het gebied op zijn duimpje kende, zag hij waar de executies waren geweest, waar het duingebied omgewoeld was."
"Het was levensgevaarlijk", zegt Verheij over de markeringen van Kuijt. "Als de Duitsers erachter waren gekomen, was hij ook gefusilleerd."
Piet Kuijt praatte met zijn familie later nooit over het risicovolle werk. Misschien omdat hij te veel dingen had gezien die hij moest verwerken, denkt zijn kleinzoon Peter Kuijt:
Na de oorlog leidde Kuijt onderzoekers naar de vele graven in het gebied. Tussen de 250 en 280 verzetsstrijders waren er vanaf 1941 doodgeschoten, onder wie leden van de eerste verzetsgroepen van ons land: de Geuzen en februaristakers. De laatste executies waren op 8 maart 1945, als vergelding voor een aanslag op SS-leider Rauter. 38 mensen werden toen vermoord, onder wie medewerkers van verzetsblad Trouw.
Na de oorlog werden NSB'ers ingezet om de lichamen te bergen. Maar op foto's van de opgravingen is te zien dat de dan 53-jarige Kuijt ook zelf meegroef. De emotie van het zware werk is op zijn gezicht af te lezen. Alle lichamen, vaak in vergaande staat van ontbinding, werden zorgvuldig onderzocht om hen te identificeren. Een proces dat nog altijd niet volledig is afgerond: in 2010 werd door dna-onderzoek nog iemand geïdentificeerd, van maar 27 lichamen is nog altijd geen naam bekend.
Deze foto's laten de opgravingen zien, in de zomer van 1945:
Kuijt, in 1972 overleden, zweeg na de oorlog over zijn werk. Een verzetskruis wees hij af. Zijn familie was dan ook totaal verrast door het verhaal dat Verheij hun enkele weken geleden kwam melden. "We hebben nooit geweten dat hij ervoor gezorgd had dat die mensen gevonden konden worden", zegt kleinzoon Peter Kuijt, die vandaag bij de onthulling van het naambordje is. "Er werd vroeger niet over gepraat."
Verheijs oproep in een plaatselijke krant liet de familie aanvankelijk aan zich voorbijgaan. Kuijt: "Mijn vader zag het, maar had zoiets van: voor mij hoeft het niet. Net zoals mijn opa nooit de publiciteit zocht. De appel valt niet ver van de boom."
Pas toen Verheij via het Katwijks Museum en een genealogische vereniging de familie bereikte, raakten ook zij enthousiast over het verhaal. Niet alleen was er trots over Kuijts bijdrage, zijn zoon ging na al die jaren zijn vader ook beter begrijpen.
"Mijn vader kijkt nu heel anders naar de relatie met zijn vader. Mijn opa was echt een teruggetrokken man. Nu beziet hij dat in een ander licht. Wat zijn vader gezien heeft, dat doet iets met je en het was niet de tijd dat je erover kon praten met een hulpinstelling. Hij heeft dat altijd alleen moeten oplossen."
Ik denk dat hij stiekem trots zou zijn geweest.
Door Kuijts zwijgen is niet precies duidelijk hoe hij de graven met helmgras markeerde. Ook blijft de vraag wat hem motiveerde het gevaarlijke werk te doen. De familie kan alleen speculeren. "Ik denk dat hij toch heeft gedacht dat die mensen gevonden moesten worden. Dat hun familie afscheid moest kunnen nemen. Ik vind het heel fijn dat hij dat voor de families heeft kunnen doen, omdat ze anders nooit geweten hadden wat er eigenlijk met hun geliefden was gebeurd."
Peter Kuijt vermoedt dat zijn opa schoorvoetend zou hebben ingestemd met het eerbetoon vandaag. "Ik denk dat hij stiekem trots zou zijn geweest, als hij er zelf maar niet mee naar buiten zou hoeven komen. De familie is er heel erg trots op, vooral op de gedachte achter zijn werk."