Kamervoorzitter: geen mogelijkheden om beschuldigingen tegen Graus te onderzoeken
Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib zegt dat ze geen bevoegdheid heeft om onderzoek te doen naar de beschuldigingen van seksueel misbruik aan het adres van PVV-Kamerlid Dion Graus. Dat bevestigt haar woordvoerder na berichtgeving door Trouw.
NRC meldde onlangs dat Graus, de nummer 13 op de lijst van de PVV, zijn toenmalige vrouw en fractiemedewerker meerdere jaren heeft aangezet tot seks met zijn particuliere beveiligers. Dat is ook in het Tweede Kamergebouw gebeurd, schreef de krant op basis van een dossier dat wordt onderzocht door de Rijksrecherche. PVV-leider Wilders blijft achter Graus staan, zei hij eerder.
Als de beschuldigingen tegen Graus inderdaad kloppen, vindt Arib dat "verwerpelijk" en "onacceptabel", maar ze benadrukt dat het aan het Openbaar Ministerie is om te onderzoeken of de beschuldigingen kloppen en of er aanleiding is voor een strafrechtelijk onderzoek.
'Fracties gaan over integriteit'
De reactie van Arib volgt twee dagen na een oproep van GroenLinks-leider Klaver om de zaak te onderzoeken. In het tv-programma Buitenhof sloot hij zich aan bij zijn vertrekkende fractiegenoot Kathalijne Buitenweg, die donderdag pleitte voor een onderzoek. Klaver vond het aan het presidium van de Tweede Kamer om uit te zoeken wat er precies is gebeurd.
Arib bevestigt dat het presidium vorige week heeft gesproken over de kwestie, maar dat toen is geconcludeerd dat dit een kwestie is voor de PVV-fractie, zoals alle integriteitskwesties volgens haar op dit moment een zaak zijn voor de fracties.
De Kamervoorzitter zegt dat fracties enkele jaren geleden hebben aangegeven dat ze dit soort kwesties zelf willen onderzoeken. "Er is geen werkgever-werknemer-relatie met andere Kamerleden. Bij eerdere incidenten hebben fracties of het betreffende Kamerlid zelf verantwoording afgelegd", zegt Arib tegen Trouw.