Rechter: poststemmen hoeft niet verruimd te worden bij verkiezingen
Het stemmen per post bij de Tweede Kamerverkiezingen hoeft niet verruimd te worden naar andere kwetsbare groepen in de samenleving. Dat bepaalde de rechter in Den Haag in een kort geding dat was aangespannen door de Partij voor de Dieren (PvdD).
Vanwege de coronapandemie mogen 70-plussers per brief hun stem uitbrengen bij de aankomende verkiezingen. Jongere mensen met een kwetsbare gezondheid mogen dat niet; de PvdD vindt dat discriminatie. De verkiezingen worden gehouden op 15, 16 en 17 maart.
Naast de 2,4 miljoen stemgerechtigden ouder dan 70 jaar zijn er volgens de PvdD "nog miljoenen volwassenen met onderliggende ziekten die het RIVM ook als 'kwetsbaar' aanmerkt". Per motie lukte het niet om ook voor deze groep poststemrecht te krijgen en daarom probeerde de partij het nu via de rechter.
'Niet haalbaar'
De rechter geeft de partij daarin dus geen gelijk. Volgens de rechtbank is de maatregel voor het briefstemmen "geoorloofd zoals die nu luidt". "Het kiesrecht, een fundamenteel recht, is onaangetast gebleven", aldus de rechter.
Daarnaast schreef de rechter in het vonnis niet de bevoegdheid te hebben om de Staat op te dragen het poststemmen te verruimen. Daarom kon er enkel geoordeeld worden of de maatregel in huidige vorm door de beugel kan. "Dat is het geval."
Minister Ollongren (D66, Binnenlandse Zaken) zei eerder al dat het niet haalbaar is om alle kwetsbare personen per post te laten stemmen. Gemeenten hebben niet op een rij welke inwoners extra risico lopen vanwege het coronavirus. Het is volgens Ollongren niet te doen om die informatie op tijd voor de verkiezingen van 17 maart te verzamelen en te verifiëren. Voor 70-plussers was dit volgens haar wel haalbaar.
Waarschijnlijk geen hoger beroep
Marnix van der Werf van de PvdD is teleurgesteld met de uitspraak. "Helaas. De rechter vindt dat de wetgever voldoende zijn best heeft gedaan om kiezers extra mogelijkheden tot stemmen te bieden", laat hij weten.
De partij moet nog bespreken of er een hoger beroep wordt aangetekend, maar Van der Werf acht die kans klein. Er is volgens hem onvoldoende tijd voor een hoger beroep richting de verkiezingsdatum.