Het rommelt in Noord-Ierland door komst douanegrens
Arjen van der Horst
Arjen van der Horst
Tientallen vrachtwagens die rechtsomkeert moeten maken. Dagenlang oponthoud in de Noord-Ierse havens. Pakketjes van Amazon die niet aankomen. Lege schappen in de Noord-Ierse supermarkten. Dreigementen aan het adres van inspecteurs.
De start van de brexit is allesbehalve vlekkeloos gegaan voor Noord-Ierland. Onder toeziend oog van EU-waarnemers controleren inspecteurs Britse voedselproducten die in de Noord-Ierse havens van Larne en Belfast arriveren. Sinds 1 januari ligt er namelijk een douanegrens tussen Noord-Ierland en Groot-Brittannië en dat zorgt voor de nodige strubbelingen.
De douanegrens is een gevolg van het Noord-Ierland Protocol, een van de kernafspraken van de brexit. Om de Noord-Ierse vrede te beschermen is er afgesproken dat er geen harde landsgrens komt tussen Noord-Ierland en de republiek Ierland. Noord-Ierland blijft daarom deels de handelsregels van de Europese Unie volgen.
Broze vrede
De problemen zorgen voor nieuwe onrust in Noord-Ierland, waar sinds de vredesakkoorden van 1998 een broze vrede bestaat tussen de katholieke en protestantse gemeenschap. Die onvrede gaat veel dieper dan lege schappen in supermarkten. Vooral de protestantse gemeenschap voelt zich bedreigd door de nieuwe situatie.
In havenstad Larne, dat geldt als een bolwerk van protestantse unionisten, verschenen de afgelopen weken dreigende teksten op de muren. "All bets are off". De inspecteurs in de haven voelden zich niet langer veilig, waarna ze tijdelijk de controles stopzetten.
Er ligt nu een grens dwars door het land waartoe we behoren.
"Je begrijpt wel waarom de mensen boos zijn", zegt Sammy Wilson, die het kiesdistrict van Larne in het Lagerhuis vertegenwoordigt. Wilson is lid van de DUP, de grootste protestants-unionistische partij in Noord-Ierland. "Er ligt nu een grens dwars door het land waartoe we behoren. Dit ondermijnt Noord-Ierland als deel van het Verenigd Koninkrijk."
Sinds 2007 vormt de DUP in Noord-Ierland een coalitieregering met de eens gezworen vijanden van Sinn Féin, de politieke tak van de paramilitaire organisatie IRA. Die coalitie heeft met vallen en opstaan standgehouden, maar de verschillen tussen beide coalitiepartners lijken dit jaar groter dan ooit.
Het katholieke Sinn Féin voerde in 2016 campagne voor lidmaatschap van de EU, terwijl de DUP juist een voorstander is van de brexit. Sinn Féin denkt dat droom van een verenigd Ierland dichterbij is dan ooit. Voor de DUP en de protestantse gemeenschap is dat juist een gruwelscenario. Zij willen koste wat het kost bij het Verenigd Koninkrijk blijven.
De unionisten voelen zich dan ook dubbel verraden. Ze hebben geen vertrouwen in de EU, maar ze geven ook de Britse regering de schuld. Sammy Wilson: "Londen had de grens nooit mogen accepteren als het wil dat Noord-Ierland deel blijft van het Verenigd Koninkrijk."
'Bereid de wapens weer op te pakken'
Nergens is die protestantse 'siege mentality' zo tastbaar als in de arbeiderswijk Castlemara in Carrickfergus, een stadje dat ingeklemd ligt tussen de havens van Larne en Belfast. Op de huizen staan levensgrote muurschilderingen van jonge mannen met bivakmutsen en AK47's in hun handen. Dit is het territorium van de Ulster Defense Association, een van de vele protestantse paramilitaire groepen die Noord-Ierland rijk is.
De 55-jarige Spacer is de plaatselijke UDA-commandant in deze wijk. Hij vertolkt de diepgewortelde angst die bij veel inwoners leeft. "Wij zijn uitverkocht door de Britse regering. De Europese Unie vertegenwoordigt alleen de belangen van Dublin, dat naar een verenigd Ierland streeft."
In Noord-Ierland rijst altijd de vraag of de spanningen tot nieuw geweld kunnen leiden. De UDA-commandant draait er niet omheen. "Ik ben bereid de wapens weer op te pakken als het nodig is. De douanegrens over de Ierse Zee moet verdwijnen en er moet een harde grens komen tussen Noord-Ierland en de republiek. Alleen zo maak je duidelijk dat Noord-Ierland Brits is en blijft."
In Noord-Ierland nemen ze dit soort geluiden bloedserieus. Achter de schermen is er de afgelopen weken druk onderhandeld met de diverse groepen. Eind januari werd de beruchte paramilitaire leider Michael Stone vrijgelaten samen met vier andere leden van gewapende protestantse groeperingen. Volgens de officiële verklaring kwamen ze in aanmerking voor vervroegde vrijlating, maar Noord-Ierse commentatoren zien het vooral als een gebaar om protestants-unionistische gemoederen te bedaren.
De actie lijkt vooralsnog zijn vruchten af te werpen. Reach UK, een organisatie die voormalige paramilitairen uit de protestantse gemeenschap vertegenwoordigt, riep afgelopen weekend op tot "kalme en rationele besprekingen".
Maar de vraag is hoe lang die relatieve rust stand houdt. Reach UK schaart zich namelijk achter het voorstel van de DUP om het een einde te maken aan het Noord-Ierland Protocol om zo de douanegrens over de Ierse Zee uit te wissen. Dublin en Brussel gaan daarmee nooit akkoord. Zo blijft er een voedingsbodem bestaan voor een sluimerende onrust.