Protest na wekenlange lockdown Libanon: 'Het wordt steeds agressiever'
In de Libanese stad Tripoli zijn gisteren opnieuw grootschalige protesten tegen het coronabeleid geweest. In het land geldt al ruim twee weken een totale lockdown, wat betekent dat niemand het huis uit mag. Ook niet om boodschappen te doen. Maar voor veel mensen is het niet haalbaar om binnen te blijven.
De lockdown is een uiterste poging om de coronacrisis onder controle te krijgen, want de besmettingscijfers zijn sinds begin dit jaar torenhoog en het zorgsysteem stort in.
'Veel gewelddadiger'
Het was gisteren voor de vierde avond op rij onrustig in Tripoli. De stad, ten noorden van Beiroet, is een van de armste van het land. "Gisteren escaleerden die demonstraties", zei correspondent Daisy Mohr in het NOS Radio 1 Journaal. "Ze zijn van beide kanten veel gewelddadiger geweest dan de afgelopen dagen."
Door de demonstranten werd met stenen en molotovcocktails gegooid. Wegen werden gebarricadeerd en huizen van politici omsingeld. Het historische gemeentehuis van Tripoli is vannacht in brand gestoken.
Zo zag de brand er uit:
"Alle frustratie komt er uit", zegt Mohr. "Demonstranten waren extra woedend, omdat gisterochtend bekend werd dat een demonstrant overleden was door schotwonden die hij had opgelopen tijdens de protesten. Zijn begrafenis was in de late ochtend, en sindsdien gingen mensen de straat op."
Maar ook de Libanese overheid treedt hard op, vertelt Mohr vanuit Beiroet: "Door het leger wordt eindeloos veel traangas ingezet. Er wordt met scherp geschoten. Er zijn honderden gewonden, ook zwaargewonden."
Extra zwaar voor armen
In Libanon nemen de coronabesmettingen momenteel enorm toe. In de kerstvakantie werd besloten om het land open te gooien in de hoop een economische boost te veroorzaken. Omdat het aantal besmettingen razendsnel steeg, werd twee weken geleden weer de totale lockdown afgekondigd. Deze blijft tot zeker 8 februari gelden. Niemand mag zonder goede reden zijn huis verlaten.
Hulporganisaties waarschuwen dat de lockdown extra zwaar is voor de armen en inmiddels valt meer dan de helft van de bevolking daaronder. Er is nauwelijks overheidssteun en het land heeft nog altijd geen regering. De economische crisis woedt al langer en de enorme explosie afgelopen augustus in de haven van Beiroet duwde het land verder de afgrond in.
"De demonstranten lijken niet van plan te stoppen ondanks al dit geweld. Ze hebben weinig te verliezen. De politici hebben de situatie absoluut niet meer in de hand", zegt Mohr. "Ze zijn vooral heel druk met ruziën met elkaar. Internationaal hulpgeld ligt in principe klaar, maar de internationale gemeenschap eist in ruil wel cruciale politieke hervormingen. Dat is al maanden zo."