Luchtvaartbemanning hoeft toch geen sneltest te doen voor terugvlucht
Piloten en cabinepersoneel hoeven vier uur voor vertrek naar Nederland toch geen sneltest te laten doen. Luchtvaartmaatschappijen hadden gezegd in de problemen te komen door de maatregel. Het OMT kwam daarom met een advies voor een alternatief protocol voor luchtvaartpersoneel en het kabinet heeft dat advies nu overgenomen.
Sinds vandaag moet iedereen die met het vliegtuig naar Nederland reist een negatieve pcr-test kunnen overleggen van maximaal 72 uur oud. Daarnaast moeten passagiers ook een sneltest doen. Die mag niet ouder dan vier uur zijn op het moment dat de vlucht vertrekt. Als die positief is, mag die persoon niet mee op de vlucht.
De verplichte sneltest zou ook gaan gelden voor vliegtuigpersoneel, maar dat vond onder meer KLM niet wenselijk omdat het risico daarmee bestond dat bemanningsleden achter moesten blijven in het buitenland. KLM vond dat niet niet getuigen van "goed werkgeverschap" en vreesde voor bezettingsproblemen. Het zou het einde betekenen van de intercontinentale vluchten naar Schiphol.
Hotelkamer
In plaats van een sneltest krijgt het personeel nu een strikter protocol opgelegd, schrijven minister De Jonge van Volksgezondheid en minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur aan de Tweede Kamer. Het personeel wordt tijdens het verblijf in het buitenland aan een strikte quarantaine onderworpen om niet in contact te komen de lokale bevolking. Ze moeten zoveel mogelijk op hun hotelkamer blijven.
Crewleden die coronagerelateerde symptomen hebben, mogen mee terugvliegen, maar dienen tijdens de vlucht afgezonderd te zijn.