Rotterdam overweegt aanbieden excuses voor slavernijverleden
Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam overweegt zijn excuses aan te bieden voor het slavernijverleden. Wat de financiële en symbolische gevolgen daarvan zouden zijn en of het samen met Amsterdam of met het Rijk moet gebeuren, zijn een aantal van de vragen waar het college over gaat nadenken.
Ook vraagt het stadsbestuur zich af of de excuses zouden gelden "namens het college, het stadsbestuur inclusief de raad, voor de gemeente of voor alle Rotterdammers". Het wil zich laten adviseren door wetenschappers en rechtsgeleerden.
"Het college realiseert zich dat de samenleving behoefte heeft aan snelle antwoorden. Maar áls excuses gemaakt worden, dan moet dit ten volle gerealiseerd worden en moeten de woorden gewicht en bewuste consequenties hebben", staat in een brief aan de gemeenteraad.
Het stadsbestuur zegt ook met Amsterdam en het Rijk te spreken over excuses op nationaal niveau. "Daarbij roepen we ook op om een nationaal onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden te starten en te komen tot een nationaal slavernijmuseum."
Beladen term
De Rotterdamse brief is een reactie op een onderzoek dat het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) de afgelopen twee jaar deed in opdracht van de gemeente. Daarin staat dat de stad "tot over zijn oren" in de slavernij zat.
De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb riep het kabinet twee jaar geleden al op met excuses te komen. De regering gaf aan die oproep geen gehoor. Tot nu toe heeft het kabinet bij monde van toenmalig vicepremier Lodewijk Asscher alleen "diepe spijt en berouw" getoond: tot daadwerkelijke excuses kwam het niet.
'Excuses' is een beladen term omdat Nederland hierdoor mogelijk ook juridisch aansprakelijk kan worden gesteld. Daaruit zouden eisen tot herstelbetalingen voort kunnen komen. GroenLinks, D66 en ChristenUnie drongen er eerder bij het kabinet op aan wel met excuses te komen.