Onze uitstoot daalde hard, maar de klimaatcrisis is niet weg (integendeel)
In 2020 zou er een recordhoeveelheid broeikasgassen uit worden gestoten, was de verwachting. Het werd - door de uitbraak van het coronavirus - een recorddaling. De coronacrisis verdreef de klimaatcrisis van de voorpagina's.
Maar die crisis is niet weg. Het klimaat blijft ondanks de lagere uitstoot van dit jaar veranderen. Zo zit ook 2020 weer vol signalen dat de opwarming van de aarde doorzet. Aan het einde van dit jaar - waarschijnlijk het één-na-warmste ooit gemeten - maakt Nieuwsuur de balans op:
Begin 2020 staan grote delen van Australië al maanden in brand. Wetenschappers vinden het lastig een specifieke brand direct te linken aan klimaatverandering, want branden zijn er altijd wel. Maar een warmere, drogere wereld vergroot de kans op meer en destructievere natuurbranden.
Ook bosbranden aan de andere kant van de planeet. Siberië - een gebied waarbij je aan kou denkt - staat deze zomer in vuur en vlam. Het is er ook een stuk warmer dan normaal.
Bijkomend effect is dat de permafrost, bevroren toendragebieden die zo'n 20 procent van de planeet beslaan, sneller begint te ontdooien. In de bevroren Siberische bodem liggen broeikasgassen als CO2, methaan en lachgas opgeslagen, al duizenden jaren.
Al die gassen komen langzaam maar zeker vrij, wat weer bijdraagt aan het broeikaseffect en daarmee de mondiale opwarming. Dat zorgt op zijn beurt weer dat de bodem sneller opwarmt, en dat er dus meer broeikasgassen vrijkomen - met alle gevolgen van dien. Bij het vrijkomen van methaan ontstaan soms enorme explosies, met gigantische gaten tot gevolg.
Rond de Noordpool zien we ook wat bijzonders dit jaar. Het ijs op de Noordpool krimpt en groeit elk jaar. In de zomer is er minder ijs, in de winter meer. Maar er komt de laatste jaren steeds minder ijs terug. "Als het zo doorgaat zit je over vijftien jaar op nul zee-ijs op de Noordpool in de zomer en dan heb je dus een volledig ijsvrije Noordpool", zegt weerman en poolonderzoeker Peter Kuipers Munneke.
Een warmere aarde betekent extremer weer. In eigen land zien we daar ook voorbeelden van. De hitte van afgelopen zomer is zo'n voorbeeld.
Dit jaar is het volgens de Wereld Meteorologische Organisatie gemiddeld 1,2 graden warmer dan halverwege de 19de eeuw. Daarmee ligt 2020 op koers om in de top-drie te komen van warmste jaren ooit gemeten.
In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat we de opwarming liefst tot anderhalve graad moeten beperken - en in ieder geval ruim onder de twee graden moeten houden om zo gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.
Maar dat zal niet lukken, blijkt uit een recente analyse:
Hoeveel warmer het uiteindelijk wordt, hangt af van de vraag of het lukt te stoppen met het verbranden van steenkool, olie en gas. Het is die verbranding die zorgt voor meer broeikasgassen die leiden tot opwarming.
"Dat de concentratie CO2 in de atmosfeer blijft stijgen betekent dat het in de toekomst warmer zal worden", zegt onderzoeker Ralph Keeling, die werkt bij het meetstation Mauna Loa op Hawaï.
"Het is nu al warmer door de stijging uit het verleden. Daar moeten we ons zorgen over maken. Het betekent dat we op weg zijn naar een wereld waarvan we niet goed weten hoe die eruit zal zien."
De uitstoot van CO2 stijgt al jaren. Maar ook hier zorgt de coronacrisis voor een trendbreuk.
Dat klinkt als goed nieuws, maar het betekent niet dat het probleem is opgelost. Klimaatwetenschappers berekenen dat als de coronadip eenmalig is, het halverwege deze eeuw slechts 0,01 graad opwarming scheelt, Als de dip blijvend is, heeft het wel effect. Het probleem is dat uitgestoten broeikasgassen lang in de atmosfeer blijven.
Stel de atmosfeer voor als een emmer en zie de emmer de afgelopen dertig jaar versneld vollopen, richting de anderhalvegradengrens. In het huidige tempo, met de uitstoot van 2020 daarbij, is die emmer binnen tien jaar vol.
Wat brengt 2021?
En hoe nu verder? 2021 wordt een jaar van herstel, zegt klimaatonderzoeker Kuipers Munneke. "Het is belangrijk dat het economische herstel ook groen en duurzaam is. Veel klimaatwetenschappers hopen dat we sectoren die getroffen zijn door de crisis zó opbouwen, dat we het goed doen."
"Het zou zonde zijn om nu veel te investeren om terug te gaan naar exact dezelfde situatie, terwijl we in 2030 veel minder broeikasgassen moeten uitstoten", zegt Kuipers Munneke. "In de coronacrisis is de economie een stuk lokaler geworden en zoeken mensen naar bedrijven uit de buurt. Dat is goed om vast te houden."
Maar er zullen ook harde keuzes gemaakt moeten worden, zegt de klimaatwetenschapper. "Nu worden veel bedrijven nog overeind gehouden. Op enig moment moet de overheid prioriteiten stellen. Dan denk ik dat je ook oog moet houden voor klimaatbeleid en geen sectoren moet steunen waar geen toekomst voor is."
Overheden hebben de afgelopen maanden gigantisch veel geld geleend om de crisis te lijf te gaan. "Je kunt je voorstellen dat ze de komende jaren de hand op de knip willen houden, maar eigenlijk moeten ze nu fors investeren in de klimaattransitie", zegt Kuipers Munneke.
"2021 wordt een belangrijk jaar. Hopelijk ook een jaar waarin klimaat weer iets vaker op de voorpagina's staat. Daar is alle reden toe, als je de cijfers bekijkt."