Eric Traa van Boeren voor Buren maakt pakketten voor minder draagkrachtige Amsterdammers

Steeds meer initiatieven brengen voedsel van boer rechtstreeks naar consument

  • Rob Koster

    Economieverslaggever

  • Rob Koster

    Economieverslaggever

Boeren blokkeerden deze week een distributiecentrum van Jumbo, uit onvrede over de prijzen die supermarkten betalen voor hun producten. Hun onvrede leidt behalve tot acties ook tot een nieuwe trend; het direct leveren van de boerderij naar de klant.

Op tal van plaatsen in Nederland zijn er initiatieven waar mensen online hun eten kunnen bestellen bij de boer. Die levert dat in pakketten aan huis, verkoopt het in de boerderijwinkel of laat het in de buurt afhalen. Doel is een eerlijke prijs voor de boer en gezond voedsel voor de consument.

Deze boeren werken al via de 'korte keten' en vertellen waar voor hen de winst zit:

Nederlands groente en fruit, rechtstreeks van de boer naar de kersttafel

In de coronacrisis is het aandeel van deze 'korte keten' in de voedselvoorziening verviervoudigd, volgens een schatting van de Rabobank.

Een van de initiatieven is Boeren voor Buren: Amsterdammers met een minimuminkomen die in het bezit zijn van een zogeheten stadspas, kunnen voordelig pakketten groente en fruit bestellen. De boer krijgt ongeveer hetzelfde betaald als in de export, de klant betaalt de helft van wat de supermarkt vraagt.

Vanochtend zijn ruim 500 'kerstpakketten' verspreid over de hoofdstad. Initiatiefnemer Eric Traa verwacht een forse toename van het aantal deelnemers: "We hebben heel veel mensen aangeschreven via woningbouwverenigingen en gaan samenwerken met het Leger des Heils voor de distributie."

Geen sterke onderhandelingspositie

Boeren zijn al langer ontevreden over het feit dat de prijs die zij betaald krijgen voor hun producten, vele malen lager ligt dan wat de consument in de supermarkt betaalt. De individuele boer heeft over het algemeen geen sterke onderhandelingspositie ten opzichte van de grote inkoopcentrales van supermarkten.

Boerenprotesten bij een distributiecentrum van Jumbo, eerder dit jaar. Veel boeren vinden dat de supermarkten te weinig betalen voor hun producten

Nicole Smits is een van de boeren die meedoet aan het project Boeren voor Buren. Samen met haar broer runt ze een familiebedrijf in Zeewolde, dat jaarlijks in hun boomgaard van 17 hectare een miljoen kilo appels en peren produceert.

Smits sympathiseert met haar demonstrerende collega's, maar in plaats van actievoeren kiest ze ervoor om via de 'korte keten' niet volledig afhankelijk te zijn van de prijs die de supermarkt betaalt voor haar fruit.

Even verderop in Dronten is Martin Topper gespecialiseerd in 'vergeten' groenten: veelkleurige wortelen en bieten die normaal gesproken hun weg vinden naar restaurants in heel Nederland en Europa. Hij levert niet alleen aan Boeren voor Buren in Amsterdam, maar helpt via 'Local to local' ook studenten in Utrecht aan een gezond kerstmaal. Topper wil niet alleen een eerlijke prijs, hij vindt het ook belangrijk dat mensen weten waar hun eten vandaan komt.

Tienduizenden kilometers tot je bord

Boeren voor Buren wordt gesteund door de gemeente Amsterdam en de plaatselijke Rabobank. Directeur van de bank is Barbara Baarsma, ook hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is een groot pleitbezorger van wat in landbouwjargon de korte keten is gaan heten. In haar boek Nederland voedselparadijs beschrijft ze hoe veel voedsel gemiddeld zo'n 30.000 kilometer aflegt en via oneindig veel tussenstops op ons bord terecht komt.

Dat maakt voedsel onnodig kostbaar en milieu- en klimaatvervuilend. De korte keten is hiervoor een goede oplossing, zegt Baarsma: "Het geeft de verduurzaming van de landbouw een zet in de goede richting en het zorgt voor eerlijkere prijzen voor de boer."

In Nederland is het volgens haar bovendien volstrekt onnodig dat we zoveel voedsel van ver halen. Ons land is grotendeels zelfvoorzienend en de tweede voedselexporteur van de wereld, na de Verenigde Staten. Alleen voor producten als koffie, thee, rijst en cacao zijn we afhankelijk van import.

Doel: 25 procent uit de regio

In Amsterdam willen ze daarom het percentage voedsel uit de regio van 5 naar 25 procent brengen in de komende jaren. Producten van boeren uit de omgeving moeten hun weg direct vinden naar inwoners van de hoofdstad. Zoals dat vroeger ook gebeurde, toen de boeren zelf hun waar op de markt aan de man brachten.

Het rechtstreeks leveren van voedsel aan de consument beleefde een opleving toen in de eerste lockdown de distributie van voedsel op een aantal plaatsen begon te haperen. Voor de boerderijwinkel van Nicole Smits ontstonden toen zelfs wachtrijen. Ook in de week voor Kerst verwacht ze drukte in de boerderijwinkel.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl