Hoger opgeleide sporter rent en fietst meer door corona, lager opgeleide zit meer thuis
Niels de Jager
Niels de Jager
Sinds het begin van de coronacrisis zijn vooral lager opgeleiden minder gaan sporten, blijkt uit de maandelijkse Sportdeelnameindex van NOC*NSF. Tijdens de tweede golf zijn teamsporten opnieuw verboden en alternatieven als wielrennen en hardlopen worden vooral opgepakt door hoger opgeleiden. Het minder sporten leidt tot honderden miljoenen euro's aan extra zorgkosten.
In zowel de eerste als de tweede coronagolf leidde het (gedeeltelijk) stopzetten van georganiseerde sport tot minder bewegen. In maart kelderde het percentage van Nederlanders dat meer dan vier keer per maand sport van 66 naar 55. De daling was in oktober een stuk kleiner, vooral doordat kinderen nu wel mogen blijven sporten en doordat de gedeeltelijke lockdown pas halverwege de maand inging.
Opvallend in beide golven is dat lager opgeleiden veel meer afhaken als sporter dan mensen met een hoger of gemiddeld opleidingsniveau. In maart daalde de sportdeelname van lager opgeleiden van 55 naar 37 procent, terwijl die van hoger opgeleiden slechts zakte van 73 naar 62 procent. In de cijfers van oktober is dezelfde tweedeling te zien.
NOC*NSF maakt zich zorgen over de gestopte sporters. "We weten natuurlijk uit onderzoek dat mensen aan het sporten houden makkelijker is dan mensen opnieuw aan het sporten krijgen", zegt manager sportparticipatie Richard Kaper.
Terwijl het sporten via een vereniging in maart en april bijna tot stilstand kwam, was er een enorme groei in het alleen en ongeorganiseerd sporten. Het gaat dan bijvoorbeeld om wielrennen, hardlopen of thuis oefeningen doen.
Die sportvormen worden minder gebruikt door lager opgeleiden, zegt gezondheidseconoom Willem de Boer van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). "We weten dat hoger opgeleiden meer waarde hechten aan hun gezondheid, dus die zoeken meer naar mogelijkheden om hun vrijgekomen tijd in te vullen met andere manieren van sporten. Bij lager opgeleiden speelt dat minder."
Ook kan geld een reden zijn om niet over te stappen naar een andere sport. "Voor wielrennen zijn bijvoorbeeld een fiets en pakje nodig en dan ben je al snel duizend euro kwijt."
Honderden miljoenen aan zorgkosten
De Boer werkte ook mee aan de Atlas voor gemeenten, die vandaag wordt gepresenteerd. Dit jaar worden de vijftig grootste gemeenten vergeleken op het gebied van sport. In dat onderzoek bleek dat in gemeenten en wijken met een lager sociaaleconomisch niveau gemiddeld minder wordt gesport. Ook zijn daar de zorgkosten hoger zijn.
Volgens de sporteconoom leidt het minder sporten ook tot gezondheidsschade. Na de eerste coronagolf berekende hij bijna 350 miljoen euro aan extra zorgkosten. Ook zijn er 11.600 gezonde levensjaren verloren gegaan en economisch kun je daar een verlies van 580 miljoen euro aan hangen. Naar de economische gevolgen van de tweede golf loopt nog een onderzoek.
Workoutfilmpjes van hoofdtrainer
Bij de Nijmeegse sportvereniging Quick1888 zien ze dat hun ongeveer 650 leden heel verschillend omgaan met het verbod op teamsport. "De selectieleden zoeken meteen iets anders om fit te blijven. Ze gaan fitnessen of thuis achter de laptop oefeningen doen", zegt bestuurslid Jonathan van Dongen.
Tijdens de eerste golf deed iedereen nog enthousiast mee met de workoutfilmpjes van de hoofdtrainer, oud-prof Ivo Rossen. Maar na een aantal weken haakten de meesten af. "Nu willen de recreatieteams alleen maar partijtjes spelen en dat mag niet", zegt Van Dongen.
In deze ploegen zitten vaak wel een paar spelers in een kwetsbare situatie, die bijvoorbeeld hun baan hebben verloren, zegt de clubbestuurder. "Die hebben het samen sporten nodig voor hun sociale contacten en ik ben bang dat juist deze leden nu afhaken."
Sportaanbod
Volgens sporteconoom Willem de Boer kunnen de afgehaakte sporters weer verleid worden om in actie te komen door ook tijdens de gedeeltelijke lockdown sportbegeleiding in de buurt aan te bieden. "In sommige wijken met dezelfde sociaaleconomische situatie zijn er toch grote verschillen in hoeveel er wordt gesport. En dat komt vaak doordat er een sportveld of -zaal in de buurt is."