Bij ruim helft gewelddadige gezinnen gaat mishandeling ook na melding door
In meer dan de helft van de gezinnen waarin sprake is van kindermishandeling of partnergeweld gaat het geweld door na een melding bij Veilig Thuis. In de gezinnen is anderhalf jaar na de melding nog sprake van ernstig of veelvuldig geweld.
Dat betekent jaarlijks minstens 22 incidenten, uiteenlopend van schelden en duwen tot slaan en verwonden. De gevolgen voor de betrokken kinderen zijn groot. Zij ontwikkelen vaak chronische stress, die hun verdere ontwikkeling in de weg staat.
Kim vertelt over haar situatie. Zij is nu 21 jaar en werd jaren mishandeld:
Bij drie op de tien gezinnen waarin sprake is van geweld stopt dat geweld volledig na een melding bij het meldpunt. In deze gezinnen kan het welzijn van ouders en kinderen weer toenemen tot vrijwel het gemiddelde Nederlandse niveau.
Een en ander blijkt uit een groot, meerjarig onderzoek onder 576 gezinnen dat het Verwey-Jonker Instituut heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, de gespecialiseerde Augeo Foundation en dertien Veilig Thuis-regio's. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling dat nu bijna zes jaar bestaat.
'Afname onvoldoende'
Directeur Majone Steketee van het Verwey-Jonker Instituut ziet in de resultaten "een bevestiging dat het de goede kant opgaat" met de aanpak van huiselijk geweld. Zij is tevens bijzonder hoogleraar geweld in gezinnen aan de Erasmus Universiteit. Ter vergelijking: uit een eerdere studie zes jaar geleden in de vier grote steden kwam naar voren dat de situatie überhaupt niet extra verbeterde in gezinnen die hulp kregen.
Tegelijkertijd laat het nieuwe onderzoek zien dat huiselijk geweld een uiterst complex probleem is waarin vaak allerlei zaken tegelijk een rol spelen, zoals armoede, verslavingen en trauma's bij de ouders. Een probleem dat alleen met langdurige en specialistische hulp helemaal kan worden opgelost. Met één instantie die zorgt voor de centrale regie, zodat de gezinsleden duidelijkheid krijgen. "De geconstateerde afname is mooi, maar onvoldoende", onderstreept Steketee.
Traumaklachten
Met name op lokaal niveau, in de zogenoemde wijkteams, vinden veel professionals het moeilijk om huiselijk geweld en kindermishandeling aan te kaarten en concrete afspraken te maken over veiligheid. Zij missen de expertise die wel bij onder meer Veilig Thuis en de vrouwenopvang aanwezig is en hebben ook onvoldoende tijd om in deze gezinnen te steken.
Bijna de helft van de getroffen kinderen krijgt helemaal geen hulp en 30 procent ervaart ook geen hulp uit de omgeving. Terwijl de gevolgen van het geweld voor hen groot zijn: traumaklachten, hechtingsproblematiek en emotionele onveiligheid. Het risico bestaat dat zij zelf plegers worden als zij later kinderen krijgen.