Voetbalsters klaar voor nieuwe monsterscore: 'Zijn zoveel beter dan Kosovo'
Met een 7-0 zege op Estland plaatsten de Oranjevrouwen zich vrijdag voor het EK voetbal van 2022. Wie denkt dat de ploeg de teugels daarom wat laat vieren in de resterende twee kwalificatieduels tegen Kosovo, komt bedrogen uit.
"Je wilt laten zien dat je bij de top van de wereld hoort. Daar hoort bij dat je alle wedstrijden wint in deze poule. We zijn zoveel beter, dat moeten we ook laten zien", aldus bondscoach Sarina Wiegman.
Nederland won tot nu toe alle acht de kwalificatiewedstrijden en speelt dinsdagavond in Pristina het eerste duel tegen Kosovo. Op 1 december is de thuiswedstrijd.
Voor Wiegman was het maandag dubbel feest, want naast het bereiken van het EK vierde ze ook haar 51ste verjaardag. De speelsters hadden in Zeist een fiets versierd met ballonnen. Die bleek echter niet van de bondscoach te zijn. "Foutje", grinnikt Sherida Spitse.
Gevoel van ontlading is er niet
Aanvoerder Spitse was er in 2009 ook bij toen de Oranjevrouwen zich voor het eerst kwalificeerden voor een EK. "Dat was heel anders, toen was er echt een gevoel van ontlading. Nu niet. Daaraan kun je zien dat we stappen hebben gemaakt."
Een understatement, want in 2017 werd Nederland Europees kampioen en in 2019 stond Oranje zelfs in de WK-finale. En in deze EK-kwalificatie is een 7-0 zege eigenlijk niet goed genoeg, vinden de speelsters zelf. "Ze bleven jagen op meer. Dat vond ik het mooiste", aldus Wiegman.
Gaat Wiegman, nu het EK-ticket binnen is, reservespelers een kans geven tegen Kosovo? "We gaan het niet helemaal omgooien. Het gaat om winnen", zegt de bondscoach resoluut. Ook Spitse voelt er weinig voor: "Ik wil altijd spelen."