Lof voor Nobelprijswinnaar: 'Wie controle heeft over voedsel, kan conflict controleren'
De Nobelprijs voor de Vrede is niet voor Trump, Greta Thunberg, de WHO of de Russische corruputiebestrijder Aleksej Navalny, maar gaat naar het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties.
Het Nobelcomité prijst de rol van het WFP voor zijn inspanningen om te voorkomen dat honger gebruikt wordt als wapen in conflicten. "Wie controle heeft over voedsel, kan het conflict controleren", zei voorzitter Berit Reiss-Andersen van het Noorse comité. "De pandemie heeft ons laten inzien dat multilaterale samenwerking absoluut noodzakelijk is."
"Dit is een totale verrassing. We hadden geen idee en krijgen het nieuws hier net binnen", reageert Margot van der Velden aan de telefoon vanuit het Italiaanse Brindisi. Van der Velden is directeur Noodhulp van het Wereldvoedselprogramma. "We zijn ontzettend blij."
Ook uitvoerend WTP-directeur David Beasley is blij. "Dit is de eerste keer dat ik niet weet wat ik moet zeggen", zei hij vandaag in Niger:
De taak van de in 1961 opgerichte VN-organisatie werd afgelopen jaren groter: steeds meer mensen lijden honger, mede door aanhoudende conflicten en natuurrampen. Vorig jaar waren wereldwijd meer dan 135 miljoen mensen afhankelijk van voedselhulp. En dat aantal neemt dit jaar rap toe.
Eerder dit jaar waarschuwde het Wereldvoedselprogramma zelfs voor een 'wereldwijd voedselprobleem van ongekende proporties' als gevolg van de wereldwijde coronacrisis. De voedseldistributie wordt door lockdowns, dichte grenzen en protectionistische maatregelen al maanden verstoord. Met kilometerslange rijen voor voedselbanken in Zuid-Afrika en vechtpartijen om meel en bakolie in de sloppenwijken van Nairobi tot gevolg.
Wanneer er niets zou veranderen, alarmeerde het WFP in mei, zouden in de komende maanden 300.000 mensen per dag sterven van de honger. Met alle gevolgen van dien: experts waarschuwden voor politieke onrust, oplaaiende conflicten en een wereldwijde vluchtelingenstroom. Het WFP hamerde op internationale samenwerking.
"Ik denk dat we de prijs nu gewonnen hebben omdat wij ondanks alles, ondanks die maatregelen, ervoor hebben kunnen zorgen dat voedsel terecht kwam daar waar dat het hardst nodig was", zegt Van der Velden. Het aantal landen dat hulp nodig had groeide tijdens de coranacrisis 'van ongeveer 85 naar 100 tot 120 landen'. Waar crises normaal vaak één land of regio raken, treft covid-19 nu globaal de kwetsbaarste landen.
"In Nigeria, Jemen en Zuid-Soedan, landen die al langer gebukt gaan onder humanitaire crises, is de nood het hoogst. Maar ook in Latijns-Amerika, dat heel hard werd getroffen door covid-19, was onze hulp nu nodig. We hebben ervoor gezorgd dat we actief waren in die landen ondanks dat grenzen op slot zaten en ze door het coronavirus waren lamgeslagen. Terwijl alle passagiersvliegtuigen aan de grond stonden, vlogen wij onze cargo overal heen."
Gemiste kans
Het bestrijden van honger en voedselschaarste is een voorwaarde voor vrede, zegt ook voedseldeskundige Louise Fresco in het NOS Journaal op NPO Radio 1. Ze is bestuursvoorzitter van de Wageningen Universiteit. "Als mensen niet te eten hebben gaan ze op reis of vluchten ze weg. Op dat gebied heeft het Wereldvoedselprogramma veel positieve dingen gedaan. Ik zie die prijs als erkenning van het belang van voedsel voor vrede enerzijds, en anderzijds voor een multilaterale aanpak zoals de Verenigde Naties dat voorstaat." Het WFP opereert al decennia in 's werelds moeilijkst bereikbare en gevaarlijkste gebieden.
Tegelijkertijd noemt Fresco de toekenning van de Nobelprijs van de Vrede aan het Wereldvoedselprogramma een gemiste kans. "Er zijn meerdere organisaties die zich met voedsel bezighouden. Het WFP houdt zich echt alleen bezig met de distributie daarvan. Als je een duurzame oplossing wil moet je kijken naar hoe landen zelf in voedsel kunnen voorzien."
Fresco wijst erop dat het lokaal en duurzaam produceren van voedsel nodig is om mensen weer weerbaar te maken. "Ik had gedacht en gehoopt dat áls de prijs zou gaan naar voedsel, die dan naar de totaliteit van organisaties zou gaan die zich daarmee bezighouden. Het geven van voedselhulp is niet genoeg - dat is een tijdelijke oplossing."
Vooruitzicht
Margot Van der Velden noemt de prijs "een heel mooie waardering voor ons werk", maar benadrukt dat het Wereldvoedselprogramma alleen hulp kan verlenen dankzij financiële steun van donoren. "Overheden waar we normaalgesproken veel geld van krijgen, bijvoorbeeld in Europa, hebben het nu zélf moeilijk. Ik kijk somber naar 2021. Zelfs als we kunnen werken met een zelfde bedrag, is dat niet genoeg om de noodhulp op te vangen."