Wetsvoorstel voor veelbesproken BIK is er; Raad van State en oppositie kritisch
Als bedrijven in de coronacrisis blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines, bestelauto's of computersystemen, dan staat daar een korting op de loonheffing tegenover. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de uitwerking van deze veelbesproken Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Op die uitwerking werd sinds Prinsjesdag gewacht. De regeling werd in de miljoenennota aangekondigd en kon direct op kritiek van de (linkse) oppositie rekenen. Die zien daarin een "cadeautje" voor het bedrijfsleven. Het kabinet bespaart het geld dat uitgegeven wordt aan de BIK doordat een belastingverlaging voor grote bedrijven per 1 januari 2021 niet doorgaat.
Het idee achter de regeling is dat bedrijven die twijfelen over een investering deze toch doen, in plaats van hem uit te stellen. Op korte termijn moet dat de toename van de werkloosheid remmen, hoewel de investering op zichzelf niet gericht op het creëren van banen hoeft te zijn. Op de langere termijn moeten investeringen het economisch herstel versnellen.
"Het levert banen op omdat als bedrijven investeren, ze iets kopen", zegt staatssecretaris Vijlbrief. "Neem het voorbeeld van een bestelbus. Dan moet die bestelbus gemaakt worden. Daar levert het banen op. En als er in die bestelbus rond wordt gereden, levert dat ook een baan op."
Doordat bedrijven de kosten mogen verrekenen met de loonheffing, komen ook bedrijven die geen winst maken ervoor in aanmerking. Staatssecretaris Vijlbrief verwacht dat 60 procent van het voordeel uit de BIK bij het midden- en kleinbedrijf terecht komt. In totaal is tot eind 2022 vier miljard euro beschikbaar.
Geen tweedehands busje
De investeringskorting geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen. Dat is belangrijk, omdat een soortgelijke regeling in de jaren 80 (de Wet op de Investeringsrekening) deze voorwaarde niet had en mede daardoor fraudegevoelig was. "We hebben allerlei veiligheidskleppen ingebouwd om fraude te voorkomen", zegt Vijlbrief. "Zo moet de investering altijd een nieuw productiemiddel zijn. Het moet dus een nieuw busje zijn. Je kan geen tweedehands busje kopen dat je eeuwig kan doorverkopen wat vroeger wel kon."
De beslissing om te investeren moet op of na 1 oktober 2020 zijn genomen en de investering moet voor 31 december 2022 volledig zijn betaald. Binnen een half jaar na die volledige betaling moet het bedrijfsmiddel gebruikt worden.
De BIK mag naast andere investeringskortingen worden aangevraagd. Bijvoorbeeld kortingen voor duurzame investeringen of investeringen gericht op innovatie.
Door het "beperkte" voordeel van maximaal 3 procent leidt de BIK niet tot een "substantiële toename van investeringen in 2021 en 2022", staat in de doorrekeningen van de maatregel. "Afgezien van verschuivingen van investeringen die anders in 2020 of 2023 zouden plaatsvinden."
'Onderbouwing rammelt'
De Raad van State is kritisch. Er is een noodzaak om bedrijven een duwtje in de rug te geven om te investeren, ziet de belangrijkste adviseur van de regering, maar het is de vraag of dit de juiste manier is. Ook kan de belastingmaatregel er volgens de Raad van State voor zorgen dat het kabinet geld pompt in sectoren die er ondanks, of zelfs dankzij, de coronacrisis goed voor staan, terwijl andere branches het heel moeilijk hebben.
Oppositiepartijen GroenLinks en PvdA blijven kritisch. "Hoeveel meer argumenten zijn er nodig om deze belastingkorting van tafel te halen", zegt Jesse Klaver. "Vier miljard euro cadeau aan het bedrijfsleven, terwijl het niet leidt tot veel nieuwe investeringen of banen. De onderbouwing van dit plan rammelt net zo hard als bij de afschaffing van de dividendbelasting."
PvdA-kamerlid Henk Nijboer: "Onbegrijpelijk waar het kabinet zo lang mee bezig is geweest. De Raad van State maakt er gehakt van. Geen extra banen, geen investeringen. Geld moet en zal naar het bedrijfsleven."
"Ik hoor wel dat het echt helpt", zegt Ben Kiekebeld die voor EY bedrijven over belastingen adviseert. "Er zijn best veel bedrijven die jaren vooruit plannen en nu kijken welke van die investeringen eventueel naar voren gehaald kunnen worden." Maar bedrijven moeten wel substantieel zelf bijdragen ziet Kiekebeld. "Dat moet je wel kunnen financieren."
CPB rekent door
Het Centraal Planbureau gaat de BIK-plannen op verzoek van het kabinet doorrekenen. Daaruit moet blijken wat het effect op investeringen, de werkgelegenheid en de economische groei zijn. Het CPB maakt in die berekeningen een vergelijking met andere opties om vier miljard aan uit te geven, zoals een lagere winstbelasting voor bedrijven en een verlaging van de verhuurdersheffing.
In de in september gepubliceerde Macro Economische Verkenningen gaat het CBP uit van 9 procent krimp van investeringen in 2020. Dat komt neer op zo'n 10 miljard euro. In 2021 volgt een herstel van 7 procent, verwacht het CPB.