Tegenbegroting van links: meer geld voor zorg en lagere huren
Oppositiepartijen GroenLinks, SP en PvdA willen miljarden euro's meer uitgeven aan hogere salarissen in de zorg en lagere huren. In een gezamenlijke tegenbegroting stellen ze voor om 9,4 miljard euro extra te investeren. Om die plannen te betalen willen ze vooral de belastingen voor bedrijven en vermogende burgers verhogen.
Vandaag beginnen in de Tweede Kamer de Algemene Politieke Beschouwingen. De Kamer gaat in debat met premier Rutte over de Miljoenennota, de Rijksbegroting die gisteren op Prinsjesdag is gepresenteerd. Het is gebruikelijk dat oppositiepartijen dan een tegenbegroting indienen.
Lagere huren
De linkse oppositie wil de zorgpremie bevriezen, de salarissen in de zorg structureel verhogen en de werkdruk verlagen. Dat kost bij elkaar 4,5 miljard euro. Ook moet er extra geld komen voor cultuur en ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast moet de verhuurdersheffing die corporaties betalen met 1,6 miljard euro omlaag. Dat geld moet worden omgezet in lagere huren, nieuwbouw en verduurzaming van woningen, vinden de drie.
Bovendien willen ze 2,3 miljard euro extra uitgeven aan maatregelen om mensen in de coronacrisis een helpende hand te bieden. Dan gaat het om het doorbetalen van loon en de afschaffing van de partnertoets waardoor zzp'ers met een verdienende partner niet in aanmerking komen voor inkomenssteun.
Waarom dienen de partijen deze tegenbegroting in?
GroenLinks, SP en PvdA willen vooral duidelijk maken dat er ook andere keuzes mogelijk zijn dan die van het kabinet. "Het kabinet kiest ervoor miljarden te geven aan het grote bedrijfsleven. Dat geld gaat niet naar lagere huren, niet naar de zorgsalarissen en niet naar de aanpak van klimaatverandering", zegt GroenLinks-leider Jesse Klaver.
"Het belangrijkste is dat we mensen door de crisis helpen, dat ze aan het werk blijven", vindt PvdA-voorman Lodewijk Asscher. "Dat we zorgmedewerkers meer waardering geven en zorgen dat er woningen worden gebouwd."
Om meer inkomsten te genereren willen de linkse partijen het hoogste tarief in de winstbelasting verhogen van 25 naar 30 procent. "Dat kan best", zegt SP-leider Lilian Marijnissen. "In mijn leven alleen al is de winstbelasting gehalveerd."
Forse winsten
De drie realiseren zich dat juist door de coronacrisis veel bedrijven op omvallen staan, maar toch vinden ze het een goed moment om iets extra's te vragen van het bedrijfsleven. Marijnissen: "Veel bedrijven hebben het moeilijk, maar tegelijkertijd zijn er ook bedrijven die forse winsten maken tijdens corona. Het gaat om winstbelasting, die betaal je alleen als je winst maakt."
Daarnaast willen Marijnissen, Klaver en Asscher de vermogensbelasting voor particulieren verhogen. En wie meer dan 150.000 euro verdient, komt in een belastingtarief van 60 procent.