Kabinet wil voorrang coronatest voor deel zorg- en onderwijspersoneel

Het kabinet wil dat een deel van het zorg- en onderwijzend personeel voorrang krijgt bij het afnemen van een coronatest. Hoe de voorrangsregel in de praktijk moet gaan werken is nog niet duidelijk. Dat wordt met de GGD's besproken. Later vanavond maakt minister De Jonge van Volksgezondheid meer bekend.

Het gaat om onderwijzend personeel van het primair en voortgezet onderwijs, niet van het mbo of hoger onderwijs. Ook de kinderopvangsector valt buiten de voorrangsregeling.

Het is de bedoeling dat de voorrangsregel eind volgende week ingaat. Ook moet het een tijdelijke regeling zijn, omdat het voor de GGD's een lastig besluit is om uit te voeren. Het ministerie hoopt snel de testcapaciteit te vergroten naar zo'n 50.000 per dag, zeggen bronnen in Den Haag. Met enkele grote laboratoria, in onder meer België en Duitsland, zullen contracten worden afgesloten. Er wordt ook gedacht om voorlopig bepaalde groepen tijdelijk uit te sluiten van een coronatest, zeggen Haagse bronnen. Daarover wordt advies gevraagd aan het Outbreak Management Team (OMT).

Complex

Premier Rutte zei op zijn wekelijkse persconferentie dat de maatregel hopelijk volgende week kan ingaan, maar dat het een complex logistiek vraagstuk is. "We willen ook heel precies formuleren wie voorrang krijgen", zei hij. "Maar het zal niet zo breed zijn als waar in de samenleving wel eens om gevraagd is."

Thuis blijven

De redenering achter de 'voorrangsregel' is dat het grote maatschappelijke impact heeft als kinderen op het primair en voortgezet onderwijs niet naar school kunnen.

Hun ouders moeten dan vaak van hun werk thuis blijven. Het gaat in totaal om 2,5 miljoen leerlingen.

Het kabinet heeft lang geaarzeld om dit besluit te nemen maar heeft door de testkrapte nu toch de knoop doorgehakt. Rutte: "De vertragingen zijn voorlopig nog niet weg."