Europese bedrijven krijgen het steeds lastiger in China
Europese bedrijven in China maken zich zorgen over de groeiende politieke risico's van zakendoen in het land. Ze vrezen vaker het slachtoffer te worden van arbitraire afstraffingen in China, maar zien ook in eigen land de druk toenemen om zich te verantwoorden over de activiteiten van het bedrijf in de Volksrepubliek.
In het jaarlijkse rapport van de Europese Kamer van Koophandel, een lobbyclub, zegt bijna de helft van de bedrijven toenemende politieke druk te ervaren vanuit de Chinese overheid. Door 43 procent van de ondervraagden wordt gewezen naar Chinese staatsmedia, vaak een dankbaar instrument voor Peking om druk uit te oefenen op landen, bedrijven en individuen.
Die angst is niet uit de lucht gegrepen. Nadat dissident Liu Xiaobo in 2010 de Nobelprijs voor de vrede kreeg toegewezen werd via de Chinese staatsmedia een boycot afgekondigd van Noorse zalm. De arrestatie van de dochter van Huawei-oprichter Ren Zhengfei in Canada was reden voor China om de import van Canadese koolzaadolie te staken.
China laat steeds vaker zijn spierballen zien, vertelt correspondent Sjoerd den Daas in deze explainer:
Meest recent liepen Australische exporteurs van gerst en rundvlees aan tegen hoge importheffingen en restricties op de Chinese markt. Dat gebeurde nadat de premier van het land had opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar covid-19, en er kritiek werd geuit op Chinese provocaties in de Zuid-Chinese Zee.
Ook van buiten de Volksrepubliek ziet voorzitter Jörg Wuttke van de Europese KvK de druk op bedrijven toenemen. "Hongkong, de Zuid-Chinese Zee, Tibet en de Oeigoeren in Xinjiang: dossiers die ook in onze thuismarkten, bij onze parlementen veel reuring veroorzaken", zegt Wuttke. "Niet in de laatste plaats ook bij consumenten. We staan onder steeds grotere druk om ons te verantwoorden over hoe we zakendoen in China", zo merkt hij.
Investeren in Xinjiang is zelfmoord
In dat licht betekent investeren in Xinjiang zelfmoord voor bedrijven, zo waarschuwt Wuttke. "Dat is niet meer uit te leggen", zegt hij. "We staan onder grote druk van al onze stakeholders, met als nachtmerriescenario een consumentenboycot. Ik hoop dat de Chinese autoriteiten ook snappen dat de publieke opinie in onze thuismarkt een belangrijke rol speelt in hoe wij onze bedrijven hier leiden."
Activisten uit verschillende hoeken riepen de afgelopen weken al op tot een boycot van Mulan, de nieuwste Disneyfilm. Voor de opnames werkte het bedrijf in Xinjiang samen met de lokale afdeling van het Ministerie van Publieke Veiligheid, dat mede verantwoordelijk is voor het opsluiten van Oeigoeren en andere moslimminderheden in heropvoedingskampen.
Vertrekken uit China is ook geen optie
Het is nog te vroeg om te zeggen in hoeverre consumenten ook daadwerkelijk gehoor geven aan de oproepen tot een boycot: cijfers daarover zijn er nog niet. Maar voor Wuttke staat vast dat er werk aan de winkel is voor Europese bedrijven om zo'n scenario te vermijden. "Er zijn maar weinig bedrijven die hun productieketens in Xinjiang hebben doorgelicht om er zeker van te kunnen zijn dat er geen onregelmatigheden plaatsvinden", zegt hij. "Als je er al actief bent als bedrijf, is extreme transparantie daarover het enige juiste."
Ondanks de toenemende complexiteit overwegen slechts weinig bedrijven het land de rug toe te keren. "Vanuit economisch perspectief zou dat ook nergens op slaan", zegt Wuttke, die nog wel een wensenlijstje heeft voor de Chinese overheid. "We willen wel betere toegang, zoals Chinese bedrijven die ook in de Europese Unie genieten. Voor veel sectoren geldt helaas nog altijd dat we pas toegang krijgen tot het perron, als de trein al is vertrokken."