DNB-baas Knot: zonder verdere integratie is euro op termijn onhoudbaar
Groeiende economische ongelijkheid tussen de eurolanden, meer schuldencrises, meer noodsteun, een lagere welvaart en een euro die op termijn sneuvelt. Dat is volgens de president van De Nederlandsche Bank (DNB) Klaas Knot de prijs als eurolanden niet verder integreren en risico's delen.
Knot die vanavond de HJ Schoo-lezing gaf, vreest dat "gewone mensen" die prijs zullen betalen. Een belangrijke boodschap van Knot aan de politiek is zorgen dat het draagvlak voor verdere Europese integratie toeneemt. Hij schetst de voordelen van de interne markt voor Nederland, maar ziet ook dat die ongelijk verdeeld worden.
"De baten van de interne markt voor Nederland zijn eerder becijferd op een bedrag tussen de 6000 en 10.000 euro per huishouden per jaar", aldus Knot. Als je daar de Nederlandse betalingen aan de EU-begroting van aftrekt, blijft het ruim positief. "In Nederland verdienen we een flink belegde boterham dankzij de Europese interne markt."
Ondernemersfeestje
Maar het is met name het Nederlandse bedrijfsleven dat sterk geprofiteerd heeft van vrijhandel, van de interne markt en van de euro. Dat geldt minder voor de werkenden en dat is volgens Knot een probleem. "Als een groot deel van hen 'Europa' vooral als een ondernemersfeestje gaat beschouwen waarvan zij de voordelen maar beperkt in de eigen portemonnee terugzien, dan gaat dat het draagvlak voor het Europese project ondermijnen."
Als we niets doen, lopen we het risico om weer in een nieuwe eurocrisis te belanden.
Ook in zuidelijke eurolanden is draagvlak voor het Europese project een probleem, maar om een andere reden. Landen als Griekenland en Italië hebben veel minder geprofiteerd van de euro. Zij kunnen hun munt niet afwaarderen om hun producten concurrerend te houden met Nederlandse producten. Voor de invoering van de euro gebeurde dit nog regelmatig.
De euro levert samenvattend volgens Knot behoorlijke welvaart op, maar heeft ook de neiging om tot economische scheefgroei in Europa te leiden. De coronacrisis versterkt dat en "als we niets doen, lopen we het risico om weer in een nieuwe eurocrisis te belanden en kan het draagvlak voor Europese integratie onder druk komen te staan."
Hoe verder?
Maar wat moet er volgens Knot dan gebeuren? Het omvangrijke en politiek zwaar bevochten Europese coronaherstelfonds van deze zomer noemt de DNB-president een belangrijke eerste stap. In het coronapakket zit 750 miljard euro, waarvan 360 miljard aan leningen en 390 miljard aan giften die landen kunnen krijgen als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen en hervormingen doorvoeren. Zwaar getroffen landen als Italië kunnen hier het meest gebruik van maken.
Als tweede stap vindt Knot dat landen hun begrotingsbeleid beter op elkaar af moeten stemmen. In economisch betere tijden moeten landen met een hoge schuld wat Knot betreft beter hun best doen om die terug te brengen dan landen met een lage schuld.
Dat is niet alleen voor die huishoudens prettig, maar zorgt er ook voor dat de sterkere landen meer gaan importeren.
En als derde noemt Knot dat ook andere onderdelen van economisch beleid beter op elkaar afgestemd moeten worden. Zwakkere landen moeten op zo'n manier hervormen dat hun concurrentiekracht verbetert. "Dat is goed voor hun export, voor hun groei en werkgelegenheid, en voor de houdbaarheid van hun staatsschuld", zegt Knot.
Tegelijkertijd moeten sterke landen zoals Nederland zorgen dat huishoudens meer te besteden hebben. "Dat is niet alleen voor die huishoudens prettig, maar zorgt er ook voor dat de sterkere landen meer gaan importeren." Specifiek voor Nederland noemt de DNB-president de flexibilisering op de arbeidsmarkt. "Die is te ver doorgeschoten. Daar zijn vriend en vijand het inmiddels wel over eens."
Knot zegt zich te realiseren dat zijn route naar een sterkere muntunie betekent dat landen bewegingsvrijheid inleveren en dat daar politieke moed voor nodig is. Hij wenst politici veel moed toe.