Japanse keizer heeft bij herdenking 'diepe wroeging' over oorlogsverleden
De Japanse keizer Naruhito heeft bij de herdenking van de aankondiging van de capitulatie van Japan in de Tweede Wereldoorlog, vandaag 75 jaar geleden, gezegd dat hij "diepe wroeging" heeft over het oorlogsverleden van zijn land.
"Ik hoop oprecht dat de verwoestingen van oorlog nooit meer zullen plaatsvinden", zei de keizer in een korte toespraak bij een herdenkingsceremonie in een evenementenhal in Tokio. Door de coronacrisis konden er weinig mensen aanwezig zijn bij de plechtigheid; zo'n 500 in plaats van de 6200 een jaar geleden.
Kleinzoon van Hirohito
De 60-jarige Naruhito is de kleinzoon van keizer Hirohito, die aan hoofd stond van het Japanse keizerrijk in de Tweede Wereldoorlog. Naruhito werd vorig jaar ingehuldigd als keizer, na de abdicatie van zijn vader Akihito.
Hirohito kondigde op 15 augustus 1945 in een radiotoespraak de Japanse capitulatie aan, nadat de Amerikanen met atoombommen de steden Hiroshima en Nagasaki hadden weggevaagd. De overgave werd officieel met de ondertekening op 2 september in een ceremonie op het Amerikaanse slagschip USS Missouri.
Premier Abe sprak vandaag ook bij de herdenkingsceremonie. Hij benadrukte er alles aan te doen in de toekomst een nieuwe oorlog te voorkomen, maar bleef weg van woorden als spijt of wroeging:
Daarmee week hij af van bijvoorbeeld premier Murayama, die in 1995 nog zijn "oprechte verontschuldigingen" aanbood bij de 50-jarige herdenking van het einde van de oorlog. Na Murayama ging elke Japanse premier door het stof voor het Japanse oorlogsgeweld en ook Abe zelf sprak in het Amerikaanse Congres in 2015 nog over "diep berouw".
Maar de afgelopen jaren legt de conservatieve premier in toespraken steeds meer nadruk op Japans nationalisme en blijft hij weg van het oorlogsverleden.
De woordkeuze van Abe onderstreept ook hoe de jaarlijkse oorlogsherdenking in Japan vol gevoeligheden zit. Zo stuurde Abe dit jaar wel een offer naar de zogenoemde Yasukuni-schrijn in Tokio, waar bijna 2,5 miljoen Japanse oorlogsdoden worden herdacht.
Hij bezocht de tempel alleen niet, om buurlanden als China en Zuid-Korea niet te beledigen. Zij zien de tempel als symbool van de Japanse agressie in de Tweede Wereldoorlog. Het laatste bezoek van Abe aan de schrijn in 2013 leidde tot grote woede in de regio.
Sinds 1978 zijn namelijk de namen van veertien hooggeplaatste bestuurders uit de oorlogstijd toegevoegd aan de tempel. Onder die zogenoemde 'klasse A-oorlogsmisdadigers' zit de Japanse oorlogspremier Hideki Tojo. Vanwege die namen zijn bezoeken aan de schrijn steevast omstreden. Zo bezocht geen keizer de tempel meer sinds 1978.
Vier ministers van Abe trokken vandaag bij de 75-jarige herdenking van de capitulatie wel naar de schrijn. Het was het voor het eerst in vier jaar dat ministers de tempel bezochten. "We beslissen zelf hoe we respect betuigen aan de oorlogsdoden", zei minister Takaichi van Binnenlandse Zaken na dat bezoek tegen journalisten. "Dit mag geen diplomatiek probleem zijn."