'Niemand begrijpt waarom er weer een grens voor noodhulp naar Syrië gesloten is'
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
In Syrië zijn miljoenen mensen afhankelijk van noodhulp, maar de oppositiegebieden in Noordwest-Syrië zijn inmiddels bijna niet meer bereikbaar. De angst is nu dat meer dan één miljoen Syriërs niet meer kunnen worden bereikt.
Noodhulp kwam sinds 2014 via vier grensovergangen het land binnen, maar onder druk van Rusland en China is hier een einde aan gekomen. Zij besloten tijdens de VN-veiligheidsraad in januari om de grensovergangen met Jordanië en Irak te sluiten. Begin deze maand gebruikten deze landen nogmaals hun veto om ook een derde grensovergang te sluiten voor noodhulp.
"Niemand hier die begrijpt waarom deze beslissing is genomen. Maar we zijn niet verbaasd; we weten al langer dat de Russen volledig achter de regering staan. Ik verwacht hongersnood en een humanitaire crisis als gevolg", zegt Kassem al Kassem, hoofd van de douane bij Bab al Salam. Aan de Bab al Salam grensovergang is het inmiddels zo rustig dat je de vogels kan horen fluiten. Voorheen was hij druk met alle VN-noodhulp die de grens over kwam. Zo'n zes tot zeven duizend vrachtwagens met hulpgoederen per jaar kwamen de grens over, maar nu is zijn kantoor leeg.
Rusland en China steunen de Syrische regering en willen daarom graag zien dat vanaf nu alle hulp via regeringsgebied loopt. Op die manier hebben ze er meer controle over. "De ervaring leert dat noodhulp vanuit regeringsgebied niet in Noordwest-Syrië terecht komt. Het is geen acceptabel alternatief," zegt Vanessa Jackson, VN-vertegenwoordiger en hoofd van hulporganisatie CARE International. "In plaats van noodhulp te verminderen had de veiligheidsraad juist op zoek moeten gaan naar manieren om meer voedsel, medische hulp en beschermingsmiddelen het land in te krijgen."
Ahmad Jaafar en zijn familie raakten alles kwijt. Zij wonen al maanden in een informeel kamp en hebben niets. Correspondent Daisy Mohr maakte een verslag van de situatie in het kamp op basis van materiaal van een lokale cameraman:
De angst is nu dat meer dan één miljoen Syriërs niet meer kunnen worden bereikt. Ze zijn door de oorlog vaak meerdere keren hun thuis kwijt geraakt en hebben geen idee hoe ze nu rond moeten komen. De economie is ingestort, de inflatie is enorm en zelfs basisproducten zijn voor veel mensen niet te betalen. Ze voelen zich vergeten door de rest van de wereld. "Ik vraag me af hoe de mensen die gestemd hebben voor het belemmeren van steun aan 500.000 kinderen zichzelf morgen in de spiegel kunnen aankijken", zei de Duitse VN-ambassadeur Christoph Heusgen, na de beslissing om de Bab Al Salam grensovergang te sluiten.
Shahad Hajaji is een van die kinderen die de steun enorm hard nodig heeft. Vijf maanden geleden moest ze met haar familie halsoverkop haar dorp in Maarat al Numan ontvluchten voor zware bombardementen. "De situatie hier is ontzettend slecht. We krijgen geen hulp. We hebben water en eten nodig", vertelt ze. Shahad en haar zusje Duaa zijn al jaren niet naar school geweest. Ze waren ooit de besten van de klas. Inmiddels proberen ze voornamelijk de dag door te komen.
Ze wonen met veel familieleden in een zelfgemaakte tent in een vallei ten noorden van Aleppo en spelen spelletjes met kiezelsteentjes. Speelgoed is er niet. "Waar ik van droom zijn nieuwe kleren en wat snoep voor het offerfeest", zegt Duaa en lacht zenuwachtig. Ze weet zelf ook dat de kans miniem is dat ze dat zal krijgen.
Voedsel en medicijnen zullen nu simpelweg veel minder mensen bereiken, terwijl corona nu een grote zorg is.
Bab al Hawa, de enige overgebleven grensovergang, kan onmogelijk de toegangspoort zijn voor alle hulp die in het gebied nodig is. Jackson: "Zoveel trucks kunnen ze niet aan. Bovendien is de route van Idlib naar Noord-Aleppo lang en zijn de wegen slecht. De trucks moeten een frontlinie over omdat verschillende groeperingen daar de dienst uitmaken. Het zal dus veel duurder worden en het brengt voor hulpverleners allerlei risico's met zich. Voedsel en medicijnen zullen nu simpelweg veel minder mensen bereiken, terwijl corona nu een grote zorg is", zegt ze. "De nood is groter dan ooit nu de eerste besmettingsgevallen zijn bevestigd."
Voor internationale hulporganisaties en de VN is Syrië altijd al een ingewikkelde plek geweest om te werken. "Maar het wordt alsmaar moeilijker. Mensen zijn intern op de vlucht, er is veel geweld en er zijn allerlei verschillende partijen", zegt Matthew Hemsley van Oxfam in Damascus. "En het sluiten van de grens is nog weer een extra klap in het gezicht van deze kwetsbare mensen."