Niet zijn rug, maar de coronacrisis zorgt voor onzekerheid bij Kramer

De winter van Sven Kramer begon met een fietsongeluk en eindigde met gezondheidsproblemen in de familie. En ondanks een continue worsteling met zijn kwetsbare rug reed hij in Salt Lake City bij de WK afstanden ijzersterk.

Hij bleef slechts een halve seconde verwijderd van de wereldtitel op de vijf kilometer. Kramer, 34 jaar inmiddels, gaf een signaal af aan de schaatswereld, maar vooral aan zichzelf: ik kan het nog.

Sven Kramer over zijn rug, de coronacrisis en het gebrek aan zomerijs in Thialf

Op dit moment gaat het "eigenlijk best oké...", zegt Kramer over zijn chronische blessure op een trainingskamp in het Duitse Inzell. "Het gaat nooit helemaal perfect worden. Het blijft en het is aan mij en het team om er zo goed mogelijk mee om te gaan."

De operatie die hij lange tijd overwoog, komt er voorlopig niet. "Je probeert een analyse te maken van wat het me zou kunnen brengen en wat de risico's zijn. Ik heb natuurlijk afgelopen seizoen ook heel goede ritten gereden. Als die maar een paar procent beter zijn, win je. Je wilt niet het risico nemen dat dat wegvalt."

Sven Kramer in actie afgelopen seizoen

Al in 2005 stond Kramer op het podium bij de EK en WK allround. Zo dominant als hij was, is hij niet meer, maar Kramer staat er nog altijd als het er echt om gaat. "Wat is oud, hè? Als je een niveau behaalt waarop je meedoet om de prijzen, waarom niet?"

Eens niet over de rug praten

Topprestaties als de zilveren medaille op de WK in Salt Lake City zorgen voor die bevestiging. Al zit het hem niet lekker dat hij het goud aan een ander moest laten.

"Ik moet eerlijk zeggen, daar kan ik wel van balen." De wereldtitel zou van zijn kwetsbare rug een minder prominent onderwerp maken tijdens interviews, het zou weer vooral over zijn sportieve successen gaan. "Dat denk ik ook", zegt Kramer, "maar dan hebben we het over een verschil van vier tienden. Dat is topsport, dat weet ik, maar dan hadden we het er wel of niet over gehad."

Sven Kramer, eerder deze zomer tijdens een skeelertraining

Nagenoeg klachtenvrij werkt Kramer toe naar het nieuwe seizoen, al is de vraag wat voor seizoen het gaat worden. De coronacrisis zal van invloed zijn op de schaatswinter, maar in welke mate, is voor iedereen gissen.

"We hebben nog even, het is nog geen november. En als je nu naar de afgelopen twee, drie maanden kijkt, is er weer heel veel wel mogelijk. Ik denk dat we goede moed hebben."

Wereldkampioenschappen in China?

Maar dat de WK afstanden in Peking worden gehouden in februari 2021, een jaar voor de Winterspelen, kan Kramer zich nu moeilijk voorstellen.

"Natuurlijk ga je er graag heen, omdat je weet dat daar de Olympische Spelen zijn, maar of het slim is, is een tweede. Op dit moment niet, maar het kan snel gaan. Het belangrijkste is dat de sport continuïteit krijgt en dat we kunnen blijven schaatsen. Waar dat dan ook is, doet er op dit moment nog even niet toe."

Sven Kramer tijdens een training op het ijs

En dan is er nog de reden waarom Kramer überhaupt in Inzell is: het gebrek aan zomerijs in Heerenveen. Het is te duur voor Thialf om de deuren nu al te openen. Kramer, die zijn mening maar zelden onder stoelen of banken steekt, snapt dat niet.

"Ik vind het opzienbarend dat wij, als schaatsland nummer één, hiernaartoe moeten uitwijken. Langebaanschaatsen en shorttrack zijn heel erg belangrijk voor de Nederlandse sport. Ik vind het het meest kwalijk dat iedereen naar elkaar kijkt en dit niet wordt opgepakt."

"Dat is niet alleen NOC*NSF, maar ook de provincie, Thialf en de KNSB. Het maakt me niet zo heel veel uit wie dat bonnetje gaat betalen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl