Een plantage in Suriname rond 1860
NOS Nieuws

1863 of 1873? Wanneer werd de slavernij nou (echt) afgeschaft?

  • Ivo Landman

    redacteur Online

  • Ivo Landman

    redacteur Online

1873. Het jaartal was deze week te zien op buttons en petjes bij de Keti Koti-herdenking en wordt veelvuldig aangehaald als het jaar waarin er een einde kwam aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Een groot herdenkingsjaar in 2023 - 150 jaar later - is dan ook op zijn plaats, vindt ook premier Rutte.

Maar hoezo 1873? In de geschiedenisboeken staat 1 juli 1863 als de datum waarop de slavernij wettelijk werd afgeschaft. Dat was dus zeven jaar terug al 150 jaar geleden. Toen is er ook uitgebreid bij stilgestaan. En de jaarlijkse viering van Keti Koti valt altijd op 1 juli, ook om die reden.

De verklaring is eenvoudig: de afschaffing gebeurde in fases. In 1814 werd de handel in slaven al verboden, in 1860 kwam er een einde aan de slavernij in Nederlands-Indië en in 1863 werd de wet van kracht waarmee slavernij ook in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft. Maar in die wet stond wel dat de slaven op de plantages in Suriname nog tien jaar onder toezigt van den Staat bleven vallen. Dat betekende dat ze, weliswaar betaald, gedwongen werden om nog tien jaar op de plantages te blijven werken. Tot 1873 dus.

De wet die in 1863 van kracht werd

In de praktijk duurde de dwangarbeid voor veel slaven geen tien jaar meer, zegt hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis Gert Oostindie. Veel slaven onttrokken zich al eerder aan het staatstoezicht. Was dat staatstoezicht nog steeds een vorm van slavernij? Misschien niet zoals vóór 1863, want de slaven mochten van plantage wisselen en gebruikten dat ook om over hun loon te onderhandelen. "Maar het was in ieder geval geen vrijheid", zegt Oostindie.

De tien jaar-regel gold alleen voor Suriname. Slaven op de Caribische eilanden waren in 1863 wel meteen vrij. Gordon Cruden van het Nederlands instituut voor Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) voegt eraan toe dat tussen de eilanden onderling ook nog eens veel verschillen waren. "Op Curaçao en Aruba waren er bijvoorbeeld geen plantages. Per eiland waren er ook verschillende typen slavernij. Het is een complex verhaal."

Nederland was er zelfs als je van 1863 uitgaat al laat bij, zegt Cruden. "Frankrijk had de slavernij al eerder afgeschaft. Sint-Maarten heeft ook een Franse kant, dus staken sommige slaven daar de grens over." Ook in Britse gebieden waren de slaven eerder vrij. Sommige Nederlandse plantagehouders waren er ook eerder mee omdat ze ook actief waren in de aangrenzende Britse kolonies en ze ook daar compensatie wilden halen. "De discussie ging veelal over de hoogte van de compensaties en niet over mensenrechten."

Buttons en petjes

Intussen komt er van die complexiteit maar weinig terug in de geschiedenisboeken voor het voortgezet onderwijs. Dat de afschaffing in fases verliep, staat er soms nog wel in, maar dat de slaven in Suriname na 1863 nog jaren gedwongen waren op de plantages te werken, vaak niet.

Vooral die onwetendheid stoorde de vorig jaar na een ernstige ziekte overleden Perez Jong Loy. De Amsterdamse activist begon in 2011 met het maken van buttons met '1873' erop. Later kwamen er petten bij. "Hij had dat idee in zijn hoofd gekregen en hij ontwierp die button, zwart met witte cijfers", zegt zijn broer Sergio Berrenstein. Hij is voorzitter van de vereniging Opo Kondreman, die zich inzet voor bewustwording over het slavernijverleden. Perez ging jarenlang door met zijn actie, maar door het BLM-protest kreeg die pas dit jaar echt bekendheid.

Perez Long Joy in 2013 met een '1873'-pet

Berrenstein is blij met de nieuwe aandacht voor de periode direct na 1863 in Suriname. "Dat verhaal moet breed verteld worden, dat slaven nog tien jaar verplicht moesten doorwerken onder erbarmelijke omstandigheden. Ze moesten zich nog steeds netjes gedragen, konden 'strafwerk' krijgen of geketend worden. Je kon wel eerder vrijkomen, maar alleen als je goedkeuring kreeg en je je volgens de autoriteiten goed had gedragen."

Ook voor de directeur het NiNsee, Urwin Vyent, is het daarom logisch om voor het het einde van de slavernij het jaartal 1873 aan te houden. "Dat is wel ons vertrekpunt, omdat in die tien jaar niet veel veranderde. Ze kregen wel een karig loontje maar ze moesten onder dezelfde omstandigheden op dezelfde plantages werken. Je kunt moeilijk tegen een kanarie zeggen: we zetten nu de kooi open, maar je mag er over tien jaar pas uit."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl