Jumbo-Visma en Ineos smeden plannen voor de Tour: 'Het vrijblijvende is eraf'

• Joost Smedema

  Redacteur NOS Sport

Bijna alles verloopt anders dan anders in het sportjaar 2020. Talloze toernooien en ambities moeten de prullenbak in of worden op de lange baan geschoven.

De Tour de France gaat wel door, vanaf 29 augustus, bijna twee maanden later dan gepland. Voor wielerploegen Jumbo-Visma en Ineos blijft de Tour het hoofddoel van het seizoen, dat door de coronacrisis overhoop werd gehaald.

Drie tegen drie

Handenwrijvend keek de wielerliefhebber richting de zomer, met in het vooruitzicht twee trio's die zouden strijden om de gele trui. Tom Dumoulin, Primoz Roglic en Steven Kruijswijk als kopmannen van de Nederlandse ploeg tegen de laatste drie Tourwinnaars: Egan Bernal, Geraint Thomas en Chris Froome.

Tot zover staan de plannen die eind 2019 gemaakt werden nog overeind, maar van een gebruikelijke voorbereiding is geen sprake meer. Half maart werd de laatste koers gereden, sindsdien kunnen de renners niks anders dan trainen. Als ze al konden trainen.

"Het was heel wisselend", zegt Servais Knaven, ploegleider van Ineos. "In Engeland kon iedereen gewoon blijven fietsen, in Colombia een tijdje niet en toen weer wel en Frankrijk en Spanje hebben een tijdje op slot gezeten waardoor renners niet naar buiten mochten. Het heeft natuurlijk een behoorlijke impact gehad."

De renners van Ineos zijn sinds begin mei weer serieus in training en ook bij Jumbo-Visma is de knop omgezet. "Het vrijblijvende is eraf", zegt sportief directeur Merijn Zeeman.

"De maanden ervoor zijn we fysiek en mentaal fit gebleven, we wilden mentale energie overhouden. Sinds 1 juni zijn we volop bezig met trainen, voeding, testen, alles wat voor ons belangrijk is. Daar zitten we nu middenin."

In de tweede week van juli vertrekt de Tourploeg van Jumbo-Visma naar de Franse Alpen. In Tignes heeft de ploeg twee huizen gehuurd.

"Het is aan te reizen met de auto, je kunt er geweldig trainen en je wil proberen zo veel mogelijk afgezonderd te zijn", verklaart Zeeman de keuze voor het skioord. "We hebben de ruimte, we hoeven niet in een hotel te zitten."

Bovendien zit de ploeg dan al in Frankrijk. Als reizen onverhoopt weer moeilijker wordt, hoeven de renners geen grens meer over. "Het is een combinatie van sportieve redenen en coronamaatregelen die erbij horen. Het is aan ons om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op een aantal omstandigheden."

Op zoek naar bekende plek

Ineos kiest voor een hoogtestage in een ander land. "Het plan is om te kijken of we in juli ergens in Spanje terechtkunnen", zegt Knaven. "Het liefst ga je naar een plek waar je al jaren komt. Dan weet je wat je krijgt en op welke wegen je moet gaan trainen. Het laatste wat je wil, is ergens naartoe gaan waar je nog nooit bent geweest. Je hebt al zo weinig tijd."

Voor de start van de Tour kunnen de renners drie voorbereidingskoersen rijden in Frankrijk. In totaal komen ze dan tot twaalf koersdagen voor de Tour.

Het zijn wedstrijden waar zowel Jumbo-Visma als Ineos op mikt. Knaven: "Ons streven is zoveel mogelijk Tourrenners in die wedstrijden te krijgen, dat is ook logistiek veel makkelijker."

Knaven heeft er vertrouwen in dat Bernal ruim op tijd in Europa arriveert. Reizen vanuit Colombia is ingewikkeld, maar er is een oplossing. "Zuid-Amerikaanse sporters kunnen op één vliegtuig rond 20 juli hierheen, maar dat houdt wel in dat ze niet meer terug kunnen."

"Als Bernal hier zo'n tien, elf dagen is, begint de Route d'Occitanie. Dat is eigenlijk wel een goede planning voor hem en Nairo Quintana en al die renners", wijst Knaven op de andere Latijns-Amerikaanse wielrenners.

Ineos won zeven van de laatste acht Tours, Jumbo-Visma wil voorkomen dat de statistiek oploopt tot acht uit negen. De derde plaats van Kruijswijk vorig jaar, de Vuelta-winst van Roglic en het aantrekken van Dumoulin zorgde voor veel optimisme bij de teampresentatie in december.

"Ik denk dat de honger alleen maar groter is geworden", zegt Zeeman over de wielerluwe coronaperiode.

Daarmee doelt hij niet in de laatste plaats op Dumoulin, die al ruim een jaar geen profwedstrijd meer heeft gereden. "Iedereen heeft straks kriebels als er voor het eerst weer nummers opgespeld worden, het zal onwennig voelen."

"Wat dat betreft zit Tom in hetzelfde schuitje. Maar ik denk dat hij wel enorm heeft gebaald dat het weer langer ging duren voor hij een koers kon gaan rijden."