Helft Nederlanders in Donorregister, meer mensen zeggen 'nee'
Met nog twee weken te gaan tot de nieuwe Donorwet van kracht wordt is ongeveer de helft van de volwassen Nederlanders geregistreerd in het Donorregister. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het register.
Bij het laatste CBS-meetmoment, begin dit jaar, hadden 6,9 miljoen mensen van 18 jaar en ouder een keuze doorgegeven. Dat zijn er ruim een half miljoen meer dan het jaar ervoor, wat verhoudingsgewijs een grote toename is. Het register zelf meldt op dit moment dat 7,1 miljoen Nederlanders zijn aangemeld.
Waar die stijging vandaan komt kan CBS-onderzoeker Maarten Bloem niet precies zeggen. "We hebben dat niet aan mensen gevraagd. Maar met de veranderingen die steeds dichterbij komen en de aandacht daarvoor lijkt het logisch dat mensen hun keuze nog willen vastleggen."
Daarmee doelt Bloem op de nieuwe Donorwet die op 1 juli ingaat. Volwassenen moeten volgens die wet expliciet laten weten wat ze willen na hun dood. Anders wordt ervan uitgegaan dat hun organen voor transplantatiedoeleinden mogen worden gebruikt. Die keuze kan wel nog altijd door iemand zelf gewijzigd worden.
Het grootste deel van de nieuwe geregistreerden heeft geen toestemming gegeven voor orgaandonatie, in totaal 370.000 Nederlanders. 130.000 mensen stemden juist wel toe. "Het aantal mensen dat aangeeft niet te willen doneren stijgt al vanaf 2016", zegt Bloem. "Dat hangt mogelijk samen met de discussie over veranderingen in de wet, die toen al gaande was, en de invoering van die wet in 2018."
Van het totaal aantal registraties geeft nog steeds een meerderheid van 55 procent aan wel donor te willen zijn. 34 procent heeft wel bezwaar.
Sommige groepen laten veel minder van zich horen dan anderen. Zo heeft bijna driekwart van de 18- tot 20-jarigen zich nog niet geregistreerd. "Het zou kunnen dat het voor die groep nog te veel een ver-van-mijn-bed-show is. Als je zo jong bent, ben je misschien nog niet bezig met wat er na je dood met je moet gebeuren."
Ook mensen met een niet-westerse migratieachtergrond gaven vaker geen uitsluitsel (72 procent). Dat gebeurde in deze groep meer dan bij mensen met een westerse migratieachtergrond (64 procent) of een Nederlandse achtergrond (45 procent).
Ook tussen gemeenten zijn grote verschillen. Zo hebben zich in Urk (67 procent), Staphorst (65 procent) en Vaals (62 procent) relatief veel mensen niet geregistreerd. In Goirle en Oost Gelre (beide 37 procent) is het aandeel niet-geregistreerden juist het laagst.
Vorige maand liet minister Van Rijn voor Medische Zorg nog weten dat hij na 1 juli geen herinneringsbrieven naar burgers zal sturen, zoals eigenlijk was gepland. Dit wordt uitgesteld tot 1 september, omdat Van Rijn het in de coronacrisis niet het moment vindt om mensen voor deze keuze te stellen.