'IND maakte fouten bij beoordeling Bahreinse asielzoeker'
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft geen informatie gevraagd aan de Nederlandse ambassadeur in Bahrein in de zaak van Ali Mohammed Showaikh, de asielzoeker die in 2018 werd uitgezet naar zijn land van afkomst. Als de IND dat wel had gedaan, was de dienst te weten gekomen dat het gevaarlijk was om de man terug te sturen.
Dat zegt ambassadeur Frans Potuyt in een vertrouwelijk rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat NRC heeft ingezien. Daarin staat dat hij pas na de uitzetting van Showaikh op de hoogte is gebracht. Bij terugkomst werd de man opgepakt en veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf vanwege "terroristische activiteiten", maar volgens Amnesty International is hij alleen veroordeeld omdat zijn broer een politiek activist is.
Volgens Potuyt had de IND nadere inlichtingen aan hem moeten vragen. Dan had hij verteld dat het soennitische regime in Bahrein "zeer hard optreedt" tegen kritische sjiieten en dat het "enkele terugzenden" van een sjiiet zoals Showaikh daarom risicovol was. Voor hem was er ook nog extra veel gevaar, omdat hij vaker in Iran verbleef, de "aartsvijand" van het Bahreinse regime, aldus de ambassadeur in het rapport.
Rapport niet openbaar
De zaak van de asielzoeker heeft vaker tot verontwaardiging geleid in de Tweede Kamer. Toenmalig staatssecretaris Harbers (Asielzaken) gaf begin 2019 de inspectie opdracht om de zaak te onderzoeken. De uitkomsten liggen al sinds eind vorig jaar bij opvolger Broekers-Knol, maar zij heeft dat rapport ondanks een motie van PvdA en SP niet openbaar gemaakt.
Volgens haar zouden details uit dat rapport tegen Showaikh kunnen worden gebruikt in lopende rechtszaken. Ze heropende het onderzoek in februari nadat de ambassadeur had geklaagd over de gang van zaken. Broekers-Knol overweegt nu alsnog het rapport openbaar te maken, zei ze gisteren.
De IND wilde niet reageren tegenover NRC. In het rapport staat dat de dienst het niet eens is met de kritiek van Potuyt.