Epidemioloog Bruijning: 'Er kan op een veilige manier gevoetbald worden'
Mits aan alle maatregelen wordt voldaan en er goede randvoorwaarden en richtlijnen zijn, kan er op een veilige manier gevoetbald worden. Dat is de conclusie van epidemioloog Patricia Bruijning naar aanleiding van het onderzoek dat analysebureau Inmotio deed in samenwerking met de KNVB.
"Als je puur naar voetbal op het veld kijkt, dan zou het moeten kunnen", reageert Bruijning, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht, op de vraag of er weer gevoetbald moet kunnen worden.
Bruijning: "We weten uit heel veel verschillende onderzoeken dat de verspreiding van het virus veel minder plaatsvindt in de buitenlucht dan in de binnenlucht. En als verspreiding al plaatsvindt, dan is dat bij intensieve en langdurige contacten. We hebben net gezien dat dat bij voetbal eigenlijk niet aan de orde is."
Opvolgen maatregelen buiten veld belangrijk
Daarmee doelt zij op het onderzoek van Inmotio en de voetbalbond KNVB, waarin duidelijk wordt dat profvoetballers zich in 1,2 procent van alle wedstrijden langer dan dertig seconden binnen een onderlinge afstand van anderhalve meter van elkaar bevinden. Voor dat onderzoek zijn 482 eredivisieduels uit de seizoenen 2018/2019 en 2019/2020 gebruikt.
Met de uitspraak dat voetballen dan zou moeten kunnen, zit Bruijning op de lijn van KNVB-arts Edwin Goedhart, die in gesprek met FOX Sports vertelde dat "voetbal een veilige sport is om te doen, ook in coronatijd".
Bruijning benadrukt wel dat alle randvoorwaarden en maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, buiten het veld moeten worden opgevolgd. "Je moet nadenken over de voorwaarden eromheen, zoals de omgang met elkaar in de kleedkamer, elkaar niet omhelzen, niet uit elkaars bidon drinken, niet carpoolen naar een uitwedstrijd. Daar kun je afspraken over maken."
Op 21 april maakte premier Mark Rutte bekend dat er geen betaald voetbal zal worden gespeeld tot 1 september. Bruijning: "Ik denk dat ze met die regels vooral ook nagedacht hebben met wat er rondom het veld gebeurt, niet alleen met wat op het veld gebeurt."
De epidemioloog verwacht dat het kabinet de nieuwe gegevens van het onderzoek zal meenemen in volgende gesprekken over eventuele aanpassingen van de maatregelen.
In het onderzoek van Inmotio in samenwerking met de KNVB worden oplossingen aangedragen om de contactmomenten op het veld te verminderen. Oplossing één is simpel: niet gezamenlijk juichen, zoals ook in de Duitse Bundesliga een regel is. Dat levert een reductie van 35% van de contactmomenten op.
Een tweede oplossing is de tijd voor het nemen van corners beperken, omdat is gebleken dat juist bij dode spelmomenten de kans op langdurige contactmomenten het grootst is. Volgens het onderzoek kan een maximale tijd om een corner te nemen voor een afname van 45% van de contactmomenten zorgen.
Volgens bondsarts Goedhart is ook gekeken naar wat er moet gebeuren bij het nemen van corners, zeker wanneer er meerdere hoekschoppen achter elkaar worden genomen. "Dan moet de aanvallende partij eerst het strafschopgebied verlaten, voordat de corner genomen mag worden. Dan houd je de contacttijd lager en de helft van de contacttijd ontstaat bij corners."
VAR, rode kaarten en opstootjes
Daarnaast is volgens Goedhart gebleken dat ook bij VAR-momenten, situaties rondom het geven van rode kaarten en opstootjes tijdens de wedstrijd spelers voor langer dan dertig seconden binnen anderhalve meter van elkaar komen. Volgens de arts zouden daar dan regels voor moeten komen.
Goedhart benadrukt evenals Bruijning echter wel dat het belang van het opvolgen van de maatregelen buiten het veld groot is. "Als je de gebruikelijke maatregelen hanteert, is voetbal een veilige sport."