Duitsland en Frankrijk willen Europees wederopbouwfonds van 500 miljard euro
De economische klappen die lidstaten van de Europese Unie hebben gekregen door de coronacrisis moeten volgens Duitsland en Frankrijk worden opgevangen met een gezamenlijk wederopbouwfonds van 500 miljard euro. Dat hebben de twee landen voorgesteld in een gezamenlijke persconferentie van de regeringsleiders Merkel en Macron.
Het miljardenbedrag zou de EU gezamenlijk moeten lenen op de kapitaalmarkten en is de komende jaren bestemd voor de lidstaten, regio's en bedrijven die het zwaarst door de coronacrisis zijn getroffen. Het gaat om steun aan projecten die moeten voldoen aan bepaalde eisen, bijvoorbeeld het stimuleren van de groene en digitale economie.
Het plan is een enorme stap voorwaarts, zegt Macron:
Volgens de Franse president Macron is het voorstel opgesteld na overleg met onder meer Italië en Nederland, die vorige maand nog tegenover elkaar stonden bij de vraag hoe gezamenlijke Europese steun eruit zou moeten zien. De zuidelijke lidstaten wilden eurobonds, gezamenlijke Europese leningen, maar daar zag onder meer Nederland niets in.
Tweede Europese pakket
Op een digitale EU-top werd eind april afgesproken dat de Europese Commissie de mogelijkheden voor financiële steun verder zou onderzoeken. De presentatie van het plan van de Europese Commissie staat voor volgende week gepland. Commissievoorzitter Von der Leyen heeft laten weten het plan van de Fransen en Duitsers te verwelkomen.
Het voorgestelde steunpakket zou het tweede Europese pakket worden. Eerder werden de regeringsleiders het al eens over een steunpakket van 540 miljard euro. Wanneer de Europese top is waarop over een tweede pakket wordt gesproken, is nog niet bekend.
Zelf nog wat voorstellen
Een woordvoerder van premier Rutte laat weten kennis te hebben genomen van het Frans-Duitse plan en zegt dat Nederland "zelf ook nog wel wat voorstellen heeft". Nederland wacht volgens de woordvoerder het plan van de Europese Commissie af en daarna wordt er een besluit genomen door de regeringsleiders.