Schade bij beschieting luchthaven van Tripoli
Bij een zware beschieting van de luchthaven van de Libische stad Tripoli is een opslagtank voor kerosine in brand gevlogen. Ook zijn een of meerdere vliegtuigen beschadigd geraakt.
Het Libische ministerie van Transport zegt dat de beschieting het werk is van troepen van rebellencommandant Haftar. Die probeert al een jaar lang om de Libische hoofdstad in handen te krijgen.
Hij doet dat met steun van de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte en Rusland. De regering in Tripoli wordt gesteund door Qatar, Turkije en Italië.
Wie is wie in het conflict, en waar gaat de strijd over? Een korte uitleg:
De internationale luchthaven Mitiga is het laatste vliegveld bij de hoofdstad dat nog in gebruik is, al is dat beperkt. De burgerluchtvaart komt er vanwege herhaaldelijke beschietingen sinds maart al niet meer.
In januari ondertekenden zestien landen en organisaties op een top in Berlijn een slotverklaring. Daarin was overeengekomen dat de ondertekenaars zouden stoppen met het leveren van wapens aan Libië. Volgens de Verenigde Naties komt een deel van de ondertekenaars die afspraak niet na.