Tadzjieken vast in Moskou: 'Ze zullen gaan stelen'
Goljanovo, een wijk aan het randje van Moskou, waar de flatgebouwen twintig verdiepingen de hoogte in torenen. Op de parkeerplaats een eenzame zwarte terreinwagen, volgepakt met bloem, olie, suiker, pasta en boekweit. Een groepje mannen nadert schuchter.
De auto is van Muhammad Egamov, Tadzjiek. "We hebben een liefdadigheidsorganisatie opgericht om onze landgenoten te bevoorraden. We rijden door de wijken en brengen eten," vertelt hij.
En dat is nodig. In stad en regio Moskou wonen bij elkaar naar schatting meer dan een miljoen Centraal-Aziaten, onder wie honderdduizenden Tadzjieken. In normale tijden werken ze als schoonmakers, straatvegers, ze werken in de bouw of, zoals de groep hier op de parkeerplaats, als sjouwers op de markt. Maar dit zijn geen normale tijden. Door de beperkende maatregelen vanwege de coronacrisis ligt het meeste werk stil, zeker dat van de arbeidsmigranten. Ook de Moskva-markt aan de overkant van de straat is gesloten.
Correspondent David Jan Godfroid sprak in Moskou met een groep Tadzjieken:
Hoewel de Russische regering heeft bepaald dat de lonen moeten worden doorbetaald, gebeurt dat in heel veel gevallen niet of maar ten dele. "En nu hebben we geen geld," zegt Hudaiberdin, een van de mannen die eten komt halen. "Waarschijnlijk zal de eigenaar van ons appartement zeggen dat we eruit moeten. En dan moeten we de straat op, waar kunnen we anders heen? Dan pakken we onze spulletjes en gaan de straat op."
Egamov schat dat 70% van de Tadzjieken in Moskou in soortgelijke omstandigheden verkeert. Zijn organisatie heeft de regering van Tadzjikistan om steun gevraagd, ze hebben de Russische autoriteiten de problemen voorgelegd. "Maar niemand heeft iets gedaan."
We willen allemaal naar huis. Iedereen wil naar zijn ouders of zijn vrouw.
Bepakt en bezakt lopen de mannen terug naar het flatgebouw waar ze wonen. Sommigen dragen een mondkapje, anderen niet. Samengepropt in de lift naar de elfde verdieping is anderhalve meter afstand houden een illusie.
Dat geldt evenzeer in hun appartement. Ze wonen er met dertien mannen in een kamer en een keuken. Dertien dunne matrasjes op de grond, telefoonopladers in de stopcontacten. Het is er schoon, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Hudaiberdin: "We willen allemaal naar huis. Iedereen wil naar zijn ouders of zijn vrouw." Maar terug naar Tadzjikistan, waar onwaarschijnlijk genoeg officieel geen enkele corona-besmetting is geregistreerd, dat gaat niet. Er vliegt niets en de grenzen zitten potdicht.
Niemand weet hoe lang het nog gaat duren. Anders dan in veel Europese landen, stijgt het aantal coronapatiënten nog snel. Per dag worden er zo'n 6000 nieuwe gevallen geregistreerd. Volgens de officiële cijfers nadert het aantal geregistreerde besmettingen de 100.000, waarvan ruim 60 procent in Moskou en omstreken.
Egamov ziet het somber in. Als deze mannen hun woning uit worden gezet, en dat is zeker niet ondenkbaar, dan zullen ze toch op de een of andere manier moeten zien te overleven. "Dat wordt rampzalig," zegt hij. "Ze zullen gaan stelen van oude mensen. En dan is er maar één bestemming: de gevangenis."