Hoogleraar staatsrecht: noodverordening gaat nu veel te ver
De noodverordening waarmee de voorzitters van de 25 veiligheidsregio's verregaande bevoegdheden hebben gekregen, gaat in tegen de grondwet. Dat zegt hoogleraar staatsrecht Jan Brouwer (Rijksuniversiteit Groningen) na berichtgeving in Trouw.
Volgens Brouwer moeten de voorzitters de gezondheid en het leven van de bevolking beschermen, maar zich ook houden aan de grondwet. En dat gebeurt niet altijd, vertelde hij in het NOS Radio 1 Journaal.
"Het begint al met het verbod op samenkomsten, ook bij mensen thuis. Op basis daarvan worden coronafeestjes opgerold", aldus Brouwer. Dit gaat in tegen het huisrecht, zoals beschreven in de grondwet.
Fundamentele rechten
Sommige burgemeesters gebruiken de noodverordening daarnaast voor zaken die niets te maken hebben met de coronacrisis. Zo mag een Pegida-demonstratie bij een moskee in Zwolle vandaag niet doorgaan op grond van de verordening. Burgemeester Snijders zegt dat er niet meer dan twee mensen mogen bijeenkomen voor een demonstratie, maar zolang de demonstranten anderhalve meter afstand houden, mag dat wel, zegt Brouwer.
Ook de vergadervrijheid en de vrijheid van onderwijs en godsdienst worden beperkt met de noodverordening. "Kortom, er worden nogal wat fundamentele rechten beknot die in de grondwet aan ons worden toegekend. De vraag is of een noodverordening daartoe het recht heeft", zegt Brouwer.
Aanpassen
In de eerste weken van de coronacrisis was dit volgens Brouwer gerechtvaardigd, vanwege de ernst van de situatie. "Maar nu de situatie wijzigt en de nood minder hoog is, hebben wij gezegd: kijk nog eens kritisch naar de noodverordening. Hij gaat nu heel erg ver en dat is eigenlijk niet meer te legitimeren."
Een noodverordening wordt op- of afgeschaald door de voorzitter van de veiligheidsregio. Doordat er geen democratisch orgaan over beslist, kan dit van dag tot dag gebeuren.
In een reactie zegt minister Grapperhaus dat hij "de democratie en de rechtsstaat" goed in de gaten houdt. Of demonstraties mogen worden verboden, is uiteindelijk toch een lokale beslissing, voegt hij eraan toe.