360.000 minder reguliere verwijzingen huisartsen door corona
Sinds 12 maart zijn er 360.000 reguliere verwijzingen door huisartsen naar ziekenhuizen minder dan normaal, meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Naar schatting wachten zo'n 290.500 mensen die wél een verwijzing hebben gekregen nog op een afspraak in het ziekenhuis.
Het beeld is vergelijkbaar in alle provincies. Wel zijn er verschillen tussen specialismen: zo zijn er bij gynaecologie/verloskunde en cardiologie minder gevallen van uitstel dan bij orthopedie en dermatologie.
Vanaf april zijn er weer meer verwijzingen te zien, waarbij het grootste herstel zichtbaar is bij de spoedverwijzingen. Dat type verwijzing is tijdens de coronacrisis ook minder sterk gedaald.
Reguliere zorg langzaam opgepakt
De NZa heeft met alle betrokken partijen afspraken gemaakt over hoe de reguliere zorg weer kan worden opgepakt. Dat zal in nauwe samenspraak gaan met de coronazorg. De zorgautoriteit zegt gezondheidsschade en wachttijden te willen voorkomen, net als regionale verschillen in de toegang tot zorg.
De reguliere zorg zal weer langzaam op gang komen. Dat betekent dat niet alle patiënten direct in het ziekenhuis terechtkunnen voor reguliere behandelingen. Volgens de NZa ligt de focus eerst op de meest noodzakelijke zorg. Binnenkort vindt er overleg plaats met de overige zorgsectoren, zoals de thuiszorg en huisartsenzorg.
Het Landelijk Centrum Patiënt Spreiding (LCPS) heeft een lijst met diagnoses opgesteld die door de leden van de Federatie Medisch Specialisten zijn voorzien van een zogeheten urgentie-indicatie. Die lijst is leidend bij het heropstarten van de reguliere zorg.