Het beademingsapparaat, de AIRone, is voor 100 procent van Nederlandse makelij

Delftse studenten maken in drie weken eigen beademingsapparaat

  • Sophie van der Meer

  • Sophie van der Meer

"Trots" is Lucas Ottenheym, masterstudent klinische technologie aan de TU Delft. Hij staat naast de AIRone: het beademingsapparaat voor coronapatiënten dat hij en zijn medestudenten in drie weken hebben ontwikkeld. De AIRone is aangesloten op een testlong. In een rustig ritme stroomt er lucht de long in en uit.

Het ministerie van Volksgezondheid heeft de intentie uitgesproken 500 apparaten af te nemen. Daarvoor moet de AIRone nog de laatste tests doorlopen. Vanaf donderdag kan het apparaat geproduceerd worden bij een assemblagebedrijf op de campus van Delft, vertelt professor Jaap Harlaar, die het initiatief voor het project heeft genomen en de studenten begeleidt.

Half maart, toen de IC's snel vol stroomden met coronapatiënten en er een wereldwijde run op beademingsapparatuur ontstond, begonnen de studenten met een eigen ontwerp. "Onze insteek is altijd geweest: een beademingsapparaat maken om Nederlandse coronapatiënten op te vangen, mocht er een tekort ontstaan", zegt Ottenheym.

De studenten hebben subsidie gekregen van het ministerie van Economische Zaken. Minister Eric Wiebes bracht vorige week een bezoek aan de campus. "Zij hebben ons geholpen vol gas te gaan, maar met de handrem erop - tot de laatste goedkeuring", zegt professor Harlaar. "Voor het einde van april denken we er 500 te kunnen afleveren."

Productie flink omhoog geschroefd

Ook grote fabrikanten van beademingsapparaten, zoals Philips en Dräger, schroeven hun productie enorm op. Normaal gesproken produceert Philips er 500 per week, dat zijn er nu 1000 en dat moeten er 4000 worden. Van de 1000 apparaten die het ministerie van Volksgezondheid bij Philips heeft besteld, is het grootste deel nog altijd niet in Nederland aangekomen. Philips levert over de hele wereld en verdeelt de apparaten over de landen waar de nood hoog is.

Om concurrentie op de wereldmarkt te ontlopen, stimuleert het ministerie van Economische Zaken Nederlandse bedrijven en initiatieven om zelf apparaten te ontwikkelen, in eerste instantie voor de Nederlandse markt. Op verschillende plekken in Nederland is er een apparaat zo goed als klaar voor productie, zoals bij het Enschedese bedrijf Demcon, het project FreeBreathing van het Limburgse Stogger en dus ook op de TU in Delft. Voor hen is het nu wachten op de laatste tests voor goedkeuring door het ministerie van Volksgezondheid.

Alle essentiële componenten van het beademingsapparaat zijn in Nederland gemaakt.

Lucas Ottenheym, masterstudent klinische technologie

Niet alleen de beademingsapparaten zelf, maar ook de onderdelen zijn nu erg gewild en daarom lastig te krijgen. "Door wereldwijde spanningen waren we beperkt tot onderdelen die uit Nederland komen en die op voorraad zijn", legt student Ottenheym uit. "Bij elk component zijn we ervan uitgegaan: het moet verkrijgbaar zijn in Nederland."

Dat is de studenten gelukt, blijkt als de motorkap van het apparaat gaat. Ottenheym laat in de video hieronder zien dat alle essentiële componenten in Nederland zijn gemaakt.

'Alle essentiële componenten zijn in Nederland gemaakt'

Sesmu Arbous werkt als anesthesioloog-intensivist op de IC van het Leids Universitair Medisch Centrum. Samen met haar collega's is ze nauw verbonden bij het project van de TU Delft. Ze is erg onder de indruk van het apparaat dat de Delftse studenten hebben gemaakt. "Het heeft zeker potentie."

Ook Peter Somhorst, technisch geneeskundige aan het Erasmus MC, is onder de indruk. "Veel fabrikanten zijn jaren bezig met het ontwikkelen van zo'n beademingsapparaat. Dit apparaat is in 2,5 week door studenten gemaakt die niet de ervaring, kennis en het geld hebben wat fabrikanten wel hebben. Dat is natuurlijk enorm knap."

Op dit moment heeft Arbous nog genoeg beademingsapparatuur voor haar patiënten en zijn er mogelijkheden om op te schalen. "Maar we weten van onze Italiaanse collega's dat er misschien een moment zou kunnen komen dat er te weinig beademingsapparatuur is."

Wereldwijde vraag, lokale productie

Zelfs als het Delftse beademingsapparaat niet zal worden ingezet voor coronapatiënten in Nederland, vinden Somhorst en Arbous het een heel waardevol project. Het kan worden doorontwikkeld en de vraag naar beademingsapparatuur zal over de hele wereld groot blijven en in sommige werelddelen wellicht nog opvlammen.

Het Verenigd Koninkrijk heeft professor Harlaar al om 8000 beademingsapparaten gevraagd. Die gaat hij niet leveren, maar de TU Delft zal wel het ontwerp online zetten zodat andere landen met onderdelen van binnen eigen landsgrenzen zelf hun beademingsapparaten naar Delfts model kunnen bouwen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl