'We hebben hem van de beademing gehaald, daar werk je dagen naartoe'

"Vandaag is een mooie dag: er gaan waarschijnlijk vier mensen van de IC af. Een van de patiënten ligt op de noodafdeling waar ik zelf sta. Het is een vrij jonge man, die echt heel erg ziek is geweest. Hij is overgeplaatst vanuit een ander ziekenhuis en heeft een dag of tien geslapen. Waarschijnlijk heeft hij daar zelf weinig van meegekregen.

We hebben hem gisteren van de beademing gehaald. Naar dat moment werken we dagen toe. Hij moet wakker zijn om de beademingsbuis te kunnen verwijderen en dan is het echt noodzakelijk dat iemand rustig is. Je probeert al die tijd uit te leggen wat je aan het doen bent en vertelt waar iemand is. Het is heel erg belangrijk om contact te krijgen en connectie te maken, ook al is iemand soms verward en slaat diegene wartaal uit.

Mensen zijn doodsbang. Ze beseffen vaak wel dat ze corona hebben gehad en zijn nog steeds erg benauwd. Ik heb de man op de rand van zijn bed gezet en geprobeerd gerust te stellen. In die eerste fase vertel je waar ze zijn en wat hen te wachten te staat. Je doet er alles aan om iemand rustig te houden. Door angst gaan mensen sneller ademen en kunnen ze weer benauwd worden.

'Luister eens, nu gaat het voor jou beginnen...', zei ik tegen hem. Ik heb uitgelegd dat hij teruggaat naar de verpleegafdeling, dat hij weer op de been moet komen, geholpen door fysiotherapie. En dat het, als hij thuiskomt, nog een hele tijd gaat duren voordat hij fysiek weer de oude is. Het gaat ook een tijd duren om het mentaal een plek te geven.

Het liefst had ik hem in een stoel gezet, maar dat kan niet op de noodlocatie waar ik nu werk. Op een normale IC heeft ieder bed een eigen tillift, noodzakelijk omdat iemand behoorlijk verzwakt is. Nu kunnen we niet het risico lopen dat hij door zijn benen zakt. Normaal hebben IC-patiënten een een- of tweepersoonskamer, hier hebben we tien bedden op een rij gezet. Ze zijn nog niet allemaal bezet.

Zo'n moment is spannend, maar niet spannender dan bij mijn andere patiënten. Ik heb veertig jaar ervaring, dus weet wel wat me te wachten staat. Natuurlijk zijn we blij als het lukt, maar ik reageer anders dan de gemiddelde Nederlander op deze situatie. Je weet nooit 100 procent zeker of een patiënt het al aankan. Als we die zekerheid zouden willen hebben dan zou je iemand langer moeten beademen, met alle risico's van dien.

Ik heb thuis niet verteld over deze patiënt. Ik vertel heel weinig, dat irriteert soms ook wel. Maar als ik in de auto zit, probeer ik het af te sluiten. Ik heb nog geen moment gedacht dat ik nu eigenlijk in de zon had kunnen zitten genieten van m'n pensioen. Dit is een hele bijzondere situatie, de rest is bijzaak. Ik moet nu terug naar de afdeling, sorry. Ik word met spoed teruggeroepen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl