Corona in Nederland: cijfers van 30 maart
Het afgelopen etmaal is het aantal overledenen als gevolg van het coronavirus gestegen met 93, meldt het RIVM. In totaal zijn nu voor zover bekend 884 mensen in Nederland overleden aan het virus. Het aantal patiënten dat in een ziekenhuis is opgenomen (geweest), is met 507 toegenomen tot 3990. Het aantal nieuwe ziekenhuisopnames en doden is beide lager dan een dag eerder.
Het RIVM meldt opnieuw dat de genomen maatregelen het aantal in het ziekenhuis opgenomen patiënten en het aantal nieuwe overlijdensgevallen hebben geremd. Maar pas over enkele dagen kan het effect van de maatregelen worden beoordeeld, aldus de onderzoekers.
In Noord-Brabant zet de daling van het aantal ziekenhuisopnames volgens het RIVM door. In Zuid-Holland, Noord-Holland, Gelderland en Limburg zijn er relatief veel ziekenhuisopnames. In Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland en Zeeland blijft het aantal ziekenhuisopnames juist laag.
Volgens de laatste cijfers (18.00 uur) van de stichting NICE (Nationale Intensive Care Evaluatie) liggen er 1053 coronapatiënten op de IC. Gisteren rond dit tijdstip waren dat er 952. Diederik Gommers, van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care stelt dat die cijfers ongeveer een dag achterlopen. Hij denkt dat het daadwerkelijke aantal dus hoger is.
Volgens Gommers wordt de totale IC-capaciteit op dit moment uitgebreid naar hopelijk 2400 bedden komende zondag. Hij benadrukt dat de capaciteit op dit moment nog voldoende is, waarschijnlijk omdat er momenteel minder patiënten zijn met andere aandoeningen dan het coronavirus.
Leeftijden
De meeste patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen (geweest), zaten volgens het RIVM in de leeftijdscategorie 70 tot 79 jaar. De meeste overleden patiënten zaten in de leeftijdscategorie 80 tot 89 jaar.
Van de patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen (geweest), had 59 procent met zekerheid onderliggende aandoeningen. Ruim 19 procent had die niet. Bij een kleine 22 procent is dit onbekend. Van de patiënten die zijn overleden, had ook 60 procent met zekerheid onderliggende aandoeningen; 4 procent had die niet. Bij 36 procent is het onbekend.
De vaakst gemelde onderliggende aandoeningen zijn hart- en vaatziekten of een hoge bloeddruk. Bij ziekenhuisopnames geldt dit voor 30 procent van de patiënten.