Samenwerken met Europese landen, vaccins blijven ontwikkelen en ze liefst zelf produceren: drie wetenschappers adviseren hoe we de bestrijding van epidemieën beter kunnen aanpakken.
Europa moet één vuist kunnen maken bij de bestrijding van infectieziekten, vindt Roel Coutinho, oud-directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM. Op gebied van volksgezondheid heeft ieder land nu zijn eigen beleid, en dat is volgens hem verwarrend.
Waarom wordt in het ene land wel een voetbalwedstrijd zonder publiek gespeeld en het andere niet? Waarom gaan daar de scholen dicht en hier niet? "Je moet proberen de aanpak van een epidemie in Europa zoveel mogelijk uniform te doen", stelt hij. "Dat is gewoon beter en voor mensen ook beter te snappen."
Hij zou willen dat er één Europees kennisinstituut komt met eenduidige adviezen. Waar experts samenwerken in grote laboratoria. Een centrum waar ook een team paraat staat om bij een uitbraak bijvoorbeeld naar het zwaarst getroffen land af te reizen, zoals Italië nu. "En dan niet zozeer om de lokale mensen op de vingers te tikken maar om te assisteren."
Hoger niveau
Na de SARS-uitbraak in 2003, waarbij wereldwijd ruim achthonderd doden vielen, werd in Stockholm het European Centre for Disease Prevention and Control opgericht. De ambities waren aanvankelijk hooggespannen, vertelt Coutinho, maar het is verworden tot een informatiecentrum.
Een veel beter uitgerust instituut waar de allerbeste wetenschappers samenkomen, onderzoek doen en vooral eenduidige adviezen formuleren, zal de bestrijding van een uitbraak naar een hoger niveau tillen, denkt hij.
Stop niet met de ontwikkeling van medicijnen zodra een epidemie voorbij is, zegt hoogleraar moleculaire virologie Eric Snijder.
Zodra een epidemie de kop op steekt en de gezondheid van duizenden mensen wordt bedreigd, komen de potjes met geld, vaak vele miljoenen euro's, weer vrij. "Dan moeten er naarstig nieuwe vaccins en medicijnen (anti-virale middelen) worden ontwikkeld."
Maar is de epidemie op zijn retour, dan verliezen het bedrijfsleven en overheden hun interesse. Het aantal patiënten neemt immers af. De investeringen drogen grotendeels op.
Zo gaat het eigenlijk altijd, schetst Snijder. Bij de SARS-epidemie overleed zo'n tien procent van de 8000 besmette mensen. Het virus dat de uitbraak veroorzaakte, SARS-CoV-1, lijkt sterk op het virus van de huidige uitbraak, SARS-CoV-2. "Dat sterkt mij in de overtuiging dat als we tegen SARS-CoV-1 iets hadden ontwikkeld, dat nu ook heel goed had gewerkt tegen SARS-CoV-2."
Precies bestuderen
Het liep anders. De uitbraak van 2003 duurde een maand of zes. Toen was het bedwongen met behulp van isolatie en quarantaine, zoals nu ook wordt geprobeerd. "Daarna vervaagt de herinnering. Uiteindelijk is het vaak aan universitaire onderzoekscentra om dit soort werk dan door te zetten." Maar die hebben doorgaans niet de middelen om vaccins en geneesmiddelen echt door te ontwikkelen.
Zijn oproep aan overheden is dan ook: blijf langdurig in de ontwikkeling van medicijnen en vaccins investeren. En dat geldt niet alleen voor de SARS-virussen. "Ik denk dat er tien virusfamilies zijn die vergelijkbare uitbraken zouden kunnen veroorzaken. Je zou precies moeten bestuderen hoe die werken; hoe je ze kunt blokkeren of hoe je de impact van een uitbraak het beste kan beperken."
Huub Schellekens, hoogleraar medische biotechnologie aan de Universiteit Utrecht, vindt dat de overheid of Europa zelf vaccins moet produceren. En dit kan beter en stukken goedkoper. Volgens hem zou je in tijden van nood niet met de farmaceutische industrie om tafel moeten gaan. Hij verwijst daarbij graag naar de Mexicaanse griep-epidemie uit 2009.
De Nederlandse overheid kocht toen 34 miljoen doses vaccin. "De farmaceutische industrie gebruikte daarbij een al oude truc: eerst overdreven ze de gevaren van de nieuwe ziekte. Daarna stelden ze dat ze maar beperkte productie hadden. Zo werd schaarste gecreëerd, wat de prijs verder opdreef."
Overheidstaak
Vervolgens werden landen tegen elkaar uitgespeeld. "'U moet nu tekenen, anders grijpt u mis'. Dat werkt want geen enkele minister wil misgrijpen als de ziekte toch heel ernstig blijkt."
De Mexicaanse griep bleek achteraf echter een milde griep. In Nederland overleden 63 mensen. Vele malen minder dan het aantal dat jaarlijks in het griepseizoen overlijdt. Het overgrote deel van het vaccin bleef ongebruikt en moest worden vernietigd.
"Ik zou er erg voor pleiten als Europa de lead neemt en vaccins gaat maken. Vroeger was het een overheidstaak om vaccins te maken. Dat is losgelaten en aan de markt gegeven. Een dure fout."