Sinkeldam eindelijk uit quarantaine: 'Nu eerst pannenkoeken'
Eindelijk is hij terug. Liefst tien dagen zat Ramon Sinkeldam, profwielrenner bij het Franse Groupama-FDJ, in quarantaine in een luxueus hotel in Abu Dhabi vanwege het coronavirus. Het bericht dat hij naar huis mocht, zaterdagavond laat, kwam toch nog onverwacht.
Zondag landde hij op Schiphol. "Ik heb eerst koffie gedronken met mijn vrouw en de kinderen", vertelde Sinkeldam, opvallend opgewekt zondagavond bij Langs de Lijn op NPO Radio 1. "En zometeen gaan we een pannenkoekenrestaurant zoeken."
Met vermakelijke filmpjes op Instagram stelden Sinkeldam en zijn kamergenootje Arnaud Démare de afgelopen dagen het thuisfront gerust. Beiden deden hun best de moed erin te houden. Maar een pretje was het niet.
Het begon allemaal na afloop van de vijfde etappe van de UAE Tour. De renners maakten zich op voor het slotweekend in de Verenigde Arabische Emiraten, toen opeens ambulances en mannen in witte pakken en met mondkapjes zich meldden bij de receptie van het hotel.
Wat bleek, twee Italiaanse verzorgers van een andere ploeg zouden besmet zijn met het coronavirus. Terwijl alle alarmbellen afgingen in het emiraat, gingen de deuren op slot. Voor de volgers, maar ook voor de renners.
"De eerste paar dagen dat we daar in quarantaine zaten waren heel onzeker", aldus Sinkeldam. "We deden een test en als we negatief zouden testen, dan zouden we weg mogen. We testten negatief, maar mochten toch niet weg."
"Toen kwam er een tweede test. Zelfde verhaal, weer iedereen negatief. Maar toch moesten we blijven. Later hoorden we dat we tot 14 maart zouden moeten blijven. Dat was ook een opluchting, want daar konden we naartoe leven. Maar blijkbaar is niets zeker."
Dat gold voor Sinkeldam en zijn ploeg. Want terwijl de meeste renners op maandag 2 maart weer naar huis vlogen, moesten de renners van Groupama, Cofidis en het Russische Gazprom blijven. Ook UAE-Emirates, de ploeg met de twee eerste besmettingen, bleef vrijwillig achter.
Per toeval bivakkeerden de ploegen op dezelfde verdieping van het hotel. Botte pech. En dus keken zij met lede ogen toe hoe hun collega's per shuttlebus werden vervoerd naar het vliegveld van Abu Dhabi. Onder hen ook hun Italiaanse ploeggenoot Jacopo Guarnieri, die tot zijn eigen verbazing blijkbaar door de mazen van het net was gekropen.
Het maakte het onbegrip alleen maar groter, bij Sinkeldam en de andere achtergeblevenen. Twee keer waren ze getest, twee keer bleek daaruit dat ze het coronavirus niet onder de leden hadden. En toch zaten ze opgesloten in hun hotelkamer.
De minibar speelde ook een hoofdrol op de moeilijke momenten in de afgelopen periode. "Na de tweede negatieve test kregen we 's avonds bericht dat we toch niet naar huis mochten. Toen hebben we wel even de hele minibar leeg getrokken en even een avond goed doorgehaald. Of er alcohol in die minibar zat? Nou, na die avond zat er niets meer in."
Minibar geplunderd
Ook de laatste dagen speelde de minibar een grote rol voor Sinkeldam en Démare. "Het eten was op zich prima. Maar toen we op een gegeven moment hometrainers kregen en een paar uur per dag konden fietsen, was het zeker niet genoeg."
Wat doe je dan om de honger te verdrijven? "We hebben de minibar een paar keer geplunderd. Met een heleboel vetten, dat was wel even lekker."
In de tussentijd kregen de wielervolgers een inkijkje in het leven van het olijke duo Sinkeldam en Démare. Pas twee jaar geleden maakte Sinkeldam de overstap van Sunweb naar het oer-Franse Groupama-FDJ, de ploeg die door ploegbaas Marc Madiot gebouwd is rond klassementsrenner Thibaut Pinot en sprinter Démare.
De 31-jarige Sinkeldam, zelf Nederlands kampioen in 2017, zou adjudant worden van Démare en hem in goede positie brengen voor de sprints. En zo kwam de Noord-Hollander al snel terecht in een trainingskamp, waar de chocopasta gretig aftrek vond en Frans de voertaal was. Destijds kwam Sinkeldam niet veel verder dan 'bonjour'.
Van communicatieproblemen is inmiddels geen sprake meer, zo bleek. "We hadden ook tien dagen kunnen huilen op de kamer, maar we hebben ons dan maar zo goed mogelijk proberen te vermaken. We hielden elkaar een soort van vrolijk."
Het is de vraag hoe we er voor staan. Maar ook of er überhaupt wel wedstrijden zijn, waar wij aan mee kunnen doen.
De grootste vraag nu is of het lichaam niet te veel aan kracht heeft ingeboet. "We hebben ons de hele winter voorbereid op de Italiaanse koersen, die nu zijn afgelast. Daar stonden wij allemaal opgesteld."
Sinkeldam doelt vooral op de rittenkoers Tirreno-Adriatico en Milaan-Sanremo, de klassieker die Démare in 2016 op zijn naam schreef.
"Je hebt toch zes dagen helemaal niets kunnen doen en daarna nog vier dagen, waarin we af en toe een uurtje konden fietsen. Daar blijf je ook geen wielrenner van. Het is de vraag hoe we er voor staan. Maar ook of er überhaupt wel wedstrijden zijn, waar wij aan mee kunnen doen. Iedereen is een beetje bang."
De onzekerheid blijft dus nog even. "Je voelt je machteloos. Maar aan de andere kant moet je het niet erger maken dan het is. We zijn allemaal gezond. Het kan allemaal een stuk erger natuurlijk."