Teamsprinters geven visitekaartje af: wereldtitel én fenomenaal wereldrecord
Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland en Matthijs Büchli hebben op niet mis te verstane wijze hun visitekaartje afgegeven aan de concurrentie voor de olympische titel in Tokio. Niet alleen werden ze voor de derde keer op rij wereldkampioen, ook reden de sprinters twee verbluffende wereldrecords op een avond.
"Bizar", stamelde Lavreysen na afloop. "Dit slaat nergens op."
In de finale van de teamsprint in Berlijn waren Van den Berg, Lavreysen en Hoogland in een wereldrecord van 41,225 een flink maatje te groot voor regerend olympisch kampioen Groot-Brittannië (42,400).
Australië (42,829) versloeg Frankrijk (43,213) in de strijd om het brons.
Record op record
De Nederlandse teamsprinters werden de laatste twee edities wereldkampioen en zijn bij alle grote titeltoernooien ongenaakbaar gebleken. Behalve de wereldtitel was het vizier dan ook gericht op het wereldrecord dat in 2013 werd gereden op de snelle wielerbaan in het Mexicaanse Aguascalientes.
In de kwalificaties maakten Van den Berg, Lavreysen en Büchli al indruk door met 41,987 een fractie boven het wereldrecord te blijven.
In de tussenronde verpulverden Van den Berg, Lavreysen en Hoogland de oude toptijd al in een duel met Rusland. Met een tijd van 41,275 reden ze het ruim zes jaar oude wereldrecord van Duitsland (41,871) met meer dan een halve seconde uit de boeken.
De vreugde over de derde wereldtitel op rij was groot, maar de psychologische dreun die de teamsprinters uitdeelde aan de concurrentie was misschien nog belangrijker. Alles draait dit jaar namelijk om de Olympische Spelen. En daar zal Hoogland normaal gesproken de laatste ronde voor zijn rekening nemen.
Hoogland raffelde de derde ronde af in 12,2 seconden en moest na de race minutenlang zitten op een stoel omdat hij niet meer op zijn verzuurde benen kon staan. "Ik zou ook niet weten hoe het kan. We wisten na de testdag dat we goed bezig waren. Het wereldrecord zou mooi zijn, maar zo ver eronder dat had ik niet verwacht."
"En dat precies op het juiste moment, ook met het oog op de Spelen", vervolgde Hoogland. "Als wij in deze vorm blijven en misschien nog wat winst boeken, dan is het voor de anderen heel knap om dat dicht te breien."
Kenny: 'We hebben nog vijf maanden'
Een van die anderen is Jason Kenny, een grootheid in het baanwielrennen. Kenny is de regerend olympisch kampioen op de sprint, de keirin en de teamsprint. Op dat laatste onderdeel won hij bij de laatste drie Spelen goud.
"We waren tweede, daar kunnen we niet over klagen", was de nuchtere reactie van de Brit, die op ruim een seconde genoegen moest nemen met zilver. "Er was een team dat met kop en schouders boven de rest uit stak. Maar we hebben nog vijf maanden en zullen ons best doen om het gat stukje bij beetje kleiner te maken."
Het geval-Büchli: 'Als dit geen reclame is'
Matthijs Büchli staarde na afloop nog vol ongeloof naar een scherm, waarop de tussentijden te zien waren. "Niet normaal. Ik verbaasde mezelf al met mijn tijd (in de kwalificaties, red.). En dan wordt er gewoon nog een halve seconde afgehaald. Ongelooflijk."
De WK in Berlijn golden ook als meetmoment om te kijken wie de beste slotrenner zou zijn, Büchli of Hoogland. Die strijd is beslist, beseft Büchli. "Aan de ene kant ben ik supertrots op die jongens. Maar aan de andere kant is het voor mij ook een beetje zuur, want Jeffrey rijdt zo'n pak harder. Er zijn geen betere derderondemannen dan Jeffrey en ik, maar er kan er maar een gaan."
Bondscoach Hugo Haak onderschrijft die lezing, maar rekent ook op Büchli in Tokio. Daarvoor zouden de wegwielrenners in Tokio een startplaats moeten afstaan aan baanwielrenner Jan-Willem van Schip, zodat er een plek beschikbaar komt voor Büchli in de teamsprint en op zijn specialiteit de keirin.
"Büchli gaat ook", is de overtuiging van Haak. "Voorwaarde was dat we goed zouden presteren op de teamsprint. Alle vier de renners waren ontzettend snel. Dus als dit geen reclame is voor dat idee, dan weet ik het ook niet meer."
Ook twee wereldrecords Deense achtervolgers
Ook in de ploegenachtervolging sneuvelde het wereldrecord twee keer. In de kwalificaties raffelden de Denen Lasse Norman Hansen (op de weg ploeggenoot van Mathieu van der Poel), Julius Johansen, Frederik Madsen en Rasmus Pedersen de 4 kilometer af in een tijd van 3.46,579.
Later op de avond namen de Denen het op tegen Italië om een plek in de finale. De Italianen, met Filippo Ganna - de nummer drie van de WK tijdrijden op de weg - als grote motor, stuwden de Denen naar een nog scherpere tijd: 3.46,203.
Dat was bijna twee seconden sneller dan het oude wereldrecord (3.48,012), dat vorig jaar bij de WK in het Poolse Pruszkow werd gereden door de achtervolgers van Australië. Destijds waren de Denen bijna vier seconden langzamer (3.51,804).
Ook de Italianen reden met 3.46,513 sneller dan de oude toptijd van de Denen, maar werden desondanks veroordeeld tot de strijd om het brons.
De finale wordt donderdag verreden en gaat tussen Denemarken en Nieuw-Zeeland. Italië en Australië strijden om het brons.