Alleen als bezoekers oordoppen dragen, is het maximale geluidsniveau van 103 decibel bij concerten in Nederland veilig. Bij het opstellen van de norm van 103 dB is uitgegaan van gehoorbescherming, bevestigen het ministerie van Volksgezondheid en de brancheverenigingen en deskundigen op het gebied van gehoorschade aan Nieuwsuur. Bij de voorlichtingscampagne I love my ears over gehoorbescherming wordt dit niet verteld.
Het aantal (jonge) mensen dat last heeft van gehoorbeschadiging neemt al jaren toe. Daarom maakte het ministerie in 2014 voor het eerst afspraken met de evenementenindustrie om het geluidsniveau bij concerten en festivals te beperken. In 2018 maakte staatssecretaris Paul Blokhuis nieuwe afspraken: het geluidsniveau mag gemiddeld maximaal 103 dB per kwartier zijn. Maar er wordt dan wel van uitgegaan dat bezoekers oordoppen dragen, die 15 dB van dit niveau dempen.
Helft bezoekers zonder oordoppen
Audioloog Jan de Laat schreef mee aan het RIVM-rapport dat hierover uitkwam. "Het niveau van 103 dB is al best wel hoog. Het is acceptabel in die zin dat als je eraan bent blootgesteld je - met gehoorbescherming - nog redelijk veilig bent. Die gehoorbescherming is dus wel echt nodig."
Er loopt al jarenlang een voorlichtingscampagne om jongeren te wijzen op het belang van het dragen van gehoorbescherming. Maar daarbij wordt niet aangegeven dat het maximale geluidsniveau in pop- en concertzalen en bij festivals niet veilig is zonder oordoppen. Uit een enquête van VeiligheidNL blijkt dat de helft van de bezoekers van concerten en festivals nooit oordoppen draagt.
'Zonder doppen is de norm niet veilig'
De brancheverenigingen voor poppodia, concertzalen en evenementenorganisatoren noemen het de eigen verantwoordelijkheid van het publiek. Willem Westermann van de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) bevestigt dat de limiet van 103 dB alleen veilig is met oordoppen. "Met de doppen is het veilig, zonder die doppen is het niet veilig. We kiezen ervoor het veilig te maken voor de mensen die dat willen en ze daarover voor te lichten."
Het aantal mensen dat wel oordoppen draagt, is de afgelopen jaren toegenomen, zegt audioloog De Laat. "Maar het is nog niet zoals het moet zijn."
Hij denkt dat betere voorlichting kan helpen. "We hebben afgesproken dat organisatoren goede voorlichting geven en daarbij hoort niet alleen de limiet van 103 dB, maar ook dat daar wel gehoorbescherming bij gedragen moet worden."
Geen onafhankelijke controleur
In het convenant waarin de afspraken met de industrie staan, is ook geregeld dat alle deelnemers hun geluidsniveau meten en die resultaten aan een onafhankelijke partij leveren. Bij navraag blijkt dat deze onafhankelijke partij er nooit is gekomen. In plaats daarvan worden meetresultaten naar stichting SKEN opgestuurd. Deze stichting is door de branche zelf opgericht; de voorzitter en directeur van de brancheverenigingen zitten ook hier in het bestuur.
Willem Westermann van VVEM is ook betrokken bij SKEN. "Het ministerie heeft ervoor gekozen om SKEN als meest handige deskundige partij te kiezen", vertelt hij. "De branche is zichzelf aan het controleren en beter aan het maken."
Als er een overtreding van het maximale geluidsniveau wordt geconstateerd, gaat de stichting in gesprek met de concertzaal of het evenement. "We zijn niet van de 'ik kom je beboeten-politie'", aldus Westermann. "We proberen hen bewust te maken van wat fout ging om hen bewust te maken hoe je met de waarde moet omgaan."
Audioloog De Laat vindt dat er meer aandacht moet komen voor het rapporteren van de resultaten en dat dat "best wat neutraler" zou kunnen. "De manier waarop we nu rapportages opvragen en beoordelen zit nog heel erg in de hoek van de mensen die ook bij het produceren van veel geluid betrokken zijn."
Staatssecretaris Blokhuis wijst er in een reactie op dat de organisatie VeiligheidNL, die geen banden met de branche heeft, binnenkort een evaluatie van de uitvoering van het convenant uitbrengt, mede op basis van de informatie die stichting SKEN van de deelnemende partijen krijgt.
Blokhuis zegt blij te zijn met de inzet van de branchepartijen om gehoorbeschadiging tegen te gaan. "We hebben indringende gesprekken met de organisaties, of ze ook meten zoals we het afgesproken hebben. En als we constateren dat dat niet het gebeurt - maar daar zie ik nu geen aanleiding voor - dan vind ik dat we naar een andere club toe moeten."
Blokhuis vindt dat organisatoren van evenementen "heel goed informatie moeten geven" over gehoorbescherming en ook beschermende spullen moeten leveren. "Je moet ook na een mooi concert zonder suizende oren naar buiten lopen."