Eliécer Góngora Izaguirre zwerft al bijna een jaar door Midden-Amerika. Dat zijn leven zo'n radicale wending zou nemen had de Cubaan zelf ook niet verwacht toen een jaar geleden de politieke politie bij hem binnen viel. Hij werd naar eigen zeggen opgepakt vanwege zijn politieke activiteiten en tegen zijn wil - met een dubieuze rol van Aruba Airlines - Cuba uitgezet. "Ze zeiden me dat ze me zouden vermoorden als ik zou terugkeren naar mijn eiland."
Ergens in Midden-Amerika doet Góngora zijn verhaal voor Nieuwsuur. Hij wil niet dat bekend wordt waar hij precies is, uit angst voor de lange armen van het communistische regime van Cuba.
Met zijn vrouw en vier kinderen heeft Góngora af en toe contact via audioberichten. Regelmatig bellen zit er niet in; zijn budget is beperkt en het internet bij zijn familie op Cuba is slecht. Hij blijft strijdbaar: "Op Cuba is er geen respect voor mensenrechten, we zijn niet vrij om te zeggen wat we willen. Daarom ben ik uitgezet. Het regime had problemen met mijn rol als activist."
'Ik werd meer dan 300 keer opgepakt'
Als coördinator van een lokale afdeling van de Union Patriotica de Cuba profileerde Góngora zich als politiek activist tegen het regime. Een gevaarlijke activiteit in Cuba, dat al sinds de revolutie van Fidel Castro en Che Guevara in de jaren 50 met ijzeren hand geleid wordt door de communistische partij PCC.
"Meer dan driehonderd keer ben ik opgepakt", zegt Góngora. "Één keer zat ik zes maanden in de gevangenis. Ze dachten dat ik daarmee mijn lesje zou leren, maar ik ging door met mijn politieke activiteiten. Ik verzamelde mensen om me heen om collectief onze mening te uiten. Dat werd duidelijk niet op prijs gesteld."
Op 19 februari valt de politieke politie opnieuw Eliécers leven binnen, letterlijk. Hij ligt op dat moment op bed, verzwakt door een hongerstaking die hij organiseert uit protest tegen het regime. "Ze sloegen me compleet in elkaar voor de ogen van mijn vrouw en kinderen. Hoe harder mijn kinderen schreeuwden, des te harder ze me sloegen. En dan vooral op mijn hand, die ik al eens eerder had gebroken bij een arrestatie."
Aruba Airlines: Góngora kocht ticket vrijwillig
Na een dag vast te hebben gezeten in de lokale gevangenis werd Góngora in een witte auto gezet. "Aan mijn ene zijde zat mijn 87-jarige vader, aan de andere kant een agent. We reden de hele nacht door, totdat we aankwamen bij het vliegveld van Havana."
"Mijn vader en ik zaten versuft op een bankje op het vliegveld toen een van de agenten aankwam zetten met mijn paspoort. Daaruit stak een boardingkaart voor een vlucht van Aruba Airlines naar Georgetown in Guyana."
Aruba Airlines en de Cubaanse regering zeggen dat Góngora zelf zijn ticket heeft gekocht en vrijwillig aan boord is gegaan. Geconfronteerd met die reactie wordt Góngora boos. "Onder dreiging van geweld ben ik door de politie naar het vliegveld gebracht. Ik heb zelf geen tickets gekocht. Ik daag Aruba Airlines en de Cubaanse regering uit om beelden te laten zien waarop ik eigenhandig mijn ticket koop, die zijn er niet!"
De Cubaanse regering stelt dat de aanwezigheid van Eliécers vader bewijs is van zijn vrijwillige vertrek. Eliecers vader Eliécer Góngora sr. ontkent dat met klem. "Het zijn allemaal schaamteloze bandieten. Ze hebben me nooit verteld wat ze met mijn zoon gingen doen, nooit gezegd dat hij nooit meer terug naar Cuba mocht komen. Dat ze mij, een veteraan van de revolutie met borst vol medailles, dit hebben aangedaan, is een absolute schande."
De enige misdaad die ik heb gepleegd is het vragen om vrijheid voor het Cubaanse volk
In Guyana voelde Eliécer zich niet op zijn gemak: "Ik had het idee: de dictatuur heeft me niet voor niets hierheen gestuurd. Ik werd op straat geïntimideerd door vreemden die van alles wisten over mijn activiteiten op Cuba. Dus besloot ik koers te zetten naar de VS. Van Brazilië, via Peru, Ecuador, Panama naar Costa Rica. Met busjes, bootjes en te voet. We zijn overvallen, beroofd en sliepen vaak op straat."
En nu zit Góngora dus ergens in Midden-Amerika, nog zonder uitzicht op een hereniging met zijn familie. De strijd tegen het Cubaanse regime zet hij voort. "Dit mag niet onbestraft blijven. Aruba Airlines is gebruikt door het regime in Havana om mij af te snijden van mijn familie, mijn vrouw, mijn kinderen, mijn organisatie en mijn hele leven op Cuba. De enige misdaad die ik heb gepleegd is het vragen om vrijheid voor het Cubaanse volk."
De VN heeft de Nederlandse regering om opheldering gevraagd over de uitzetting van Góngora en een andere Cubaanse dissident door de nationale luchtvaartmaatschappij van Aruba: