Rekenkamer: doelmatigheid publieke omroep moeilijk te controleren
De NPO heeft onvoldoende de mogelijkheid om de verschillende omroepen aan te spreken op de uitgaven die ze doen. Dat komt doordat de wetgever onvoldoende heeft stilgestaan bij de uitvoerbaarheid van zo'n aanpak. Dat is een van de bevindingen in een rapport van de Algemene Rekenkamer.
De Rekenkamer onderzocht de doelmatigheid van de publieke omroep. 'Hilversum' krijgt jaarlijks 850 miljoen euro van het kabinet voor het maken van programma's. Sinds 2016 heeft de NPO de wettelijke opdracht om daarbij de kosten nadrukkelijk in de hand te houden.
De onderzoekers constateren dat van doelmatige controles in de praktijk nog niet veel terechtkomt. Het is ook een beetje een onmogelijke opdracht, schrijven ze, want de omroepen als NOS, BNNVARA, AVROTROS en KRONCRV zijn inhoudelijk onafhankelijk. "Dat maakt het voor de NPO lastig om omroepen aan te spreken op de prestaties die zij leveren met een bepaald budget."
Ook blijken de omroepen vaak niet bereid om tot in detail inzicht te geven in de kosten van hun programma's. Er is interne weerstand tegen het sturen op doelmatigheid.
Sportrechten uitzondering
Uitzondering vormt de aanschaf van rechten voor sportuitzendingen. De Rekenkamer noemt het opvallend dat de NPO daarbij wel een duidelijke afweging maakt of de kosten opwegen tegen het doel dat er met de uitzendingen wordt bereikt. Dat heeft ertoe geleid dat een voetbalcompetitie als de Champions League al een aantal jaren niet meer bij de publieke omroep is te zien.
De Rekenkamer is ook kritisch over constructies, waarbij bekende presentatoren hun programma's laten maken door productiemaatschappijen waar ze zelf eigenaar van zijn. Voorbeelden daarvan zijn Jeroen Pauw en Floortje Dessing.
Er bestaat daardoor "slecht zicht op het honorarium van presentatoren. Er is immers niet meer goed vast te stellen welke prestatie tegenover welke beloning staat", schrijven de onderzoekers.
Nieuws is goedkoop
De Rekenkamer maakte een overzicht van de kosten van programmagenres, afgemeten aan het aantal kijkers dat ze trekken. Daaruit blijkt dat nieuwsuitzendingen tot de goedkoopste behoren. De programmakosten daarvan bedroegen vorig jaar 47 euro per kijker. Programma's in de categorie religie waren veruit het duurst: 489 euro per kijker.
Minister Slob moet nog eens kijken of de NPO wel voldoende instrumenten heeft om te sturen op doelmatigheid, is een van de aanbevelingen van de Rekenkamer. Er moet duidelijker worden welke soort programma's prioriteit hebben en hoeveel ze mogen kosten.
Het aantal programma's dat niet door de omroepen zelf, maar door commerciële productiebedrijven wordt gemaakt, moet niet verder stijgen. Minister Slob wil dat wel, maar volgens de Rekenkamer brengt dat aanzienlijke risico's met zich mee. "Uitbesteding brengt flink hogere kosten met zich mee, zonder dat duidelijk is of daar ook betere prestaties tegenover staan."
Reactie van NPO
Volgens NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman schetst de Rekenkamer een realistisch beeld en laat dat vooral zien hoe complex het omroepbestel is. Dat het sturen op doelmatigheid nog niet overal perfect gaat, ziet de NPO ook, maar er wordt serieus aan gewerkt, meldt zij.
De NPO erkent dat er presentatoren zijn die een eigen productiemaatschappij hebben naast hun overeenkomst met een omroep voor presentatiewerkzaamheden. De omroepen moeten ervoor zorgen dat het geldende maximum niet wordt overschreden, laat Rijxman weten, en als er aanleiding toe is, vraagt de NPO de omroepen om financiële gegevens.