Het Nederlandse brandweerstelsel moet radicaal veranderen. Het huidige stelsel waarin beroepsbrandweermensen en vrijwilligers hetzelfde werk doen en opgeleid zijn, is in strijd met Europese regels die stellen dat gelijke arbeid gelijk beloond moet worden. Als de brandweer in de huidige vorm behouden blijft, moeten alle vrijwilligers als deeltijdwerknemers worden aangemerkt.
Om dat te voorkomen presenteert een denktank van het Veiligheidsberaad morgen hun oplossing aan minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Maar er zijn nu al twijfels over het plan.
Buiten grote steden nauwelijks beroepslieden
De Nederlandse brandweer bestaat voor 81 procent uit vrijwilligers. Zij werken meestal buiten de steden, omdat daar niet zo vaak incidenten voorkomen. Zo kunnen de vrijwilligers hun taken goed combineren met hun baan.
Zonder de 862 vrijwillige posten zouden er slechts 111 van de in totaal 973 posten overblijven:
Er wordt er in de kwaliteitseisen van brandweermensen geen onderscheid gemaakt tussen beroeps en vrijwilligers. Alle brandweermensen volgen dezelfde opleiding en doen hetzelfde werk.
"Ik merk geen enkel verschil", zegt Jeroen Bus, beroepsbrandweerman in Hengelo. In die middelgrote stad is het met jaarlijks zo'n 600 incidenten best druk maar te rustig voor een volledige beroepsbezetting. Daarom werken beroepslieden en vrijwilligers er naast elkaar. Bus: "Vrijwilligers en beroeps hebben dezelfde opleiding genoten, hebben dezelfde oefenfrequentie, draaien dezelfde incidenten en onder de streep blussen we dezelfde branden en bevrijden we dezelfde slachtoffers bij verkeersongevallen."
Niet van elkaar te onderscheiden, en toch krijgt de één een vrijwilligersvergoeding en de ander een gewoon salaris. Maar dat mag niet meer sinds een uitspraak van het Europees Hof.
Sinds afgelopen zomer is het Veiligheidsberaad (met daarin de voorzitters van de 25 Veiligheidsregio's) op zoek naar een oplossing, onder leiding van Wouter Kolff, portefeuillehouder brandweer en burgemeester van Dordrecht. Er zijn twee mogelijke oplossingen. De eerste is alle vrijwilligers net zo betalen als de beroepslui.
"Dat heb je het echt over een fors bedrag", zegt Kolff. "En het is maar de vraag is of je er alle problemen mee oplost. De vrijwilligers vinden het voor een groot deel ook belangrijk dat ze dit als vrijwilliger doen."
De tweede mogelijke oplossing is de taken van de twee groepen zo verschillend maken dat het werk niet meer aangemerkt kan worden als gelijke arbeid. Kolff: "Je kunt onderscheid maken in de zwaarte van taken en in de duur dat men die taken verricht. Dan kan ik me ook voorstellen dat je voor bepaalde taken wat kortere opleidingsvereisten krijgt."
'Brand is brand'
De tweede oplossing heeft de voorkeur van het Veiligheidsberaad en de minister. Maar de brandweerlieden die Nieuwsuur spreekt zien dit plan niet zitten. "Bepaalde collega's minder taken geven, dat werkt niet in alle scenario's", zegt Marten Klaas Brinksma van de vrijwillige brandweer in Langweer. "Brand is brand en dan moet je wel de goeie dingen hebben geleerd om je te kunnen inzetten. Ik zie niet wat de vrijwilliger minder kan doen dan een beroepsmedewerker."
Brandweervrijwilliger Ilona de Jonge van de brandweer in Hengelo doet het werk naast haar doordeweekse baan. Maar minder taken dan haar beroepscollega's wil ze liever niet. "Mijn voorkeur is om dezelfde taken te blijven doen. Ik doe het werk net zo professioneel als een beroeps dat doet."
Ook hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp heeft weinig vertrouwen in het plan. "Onderscheid maken tussen werkzaamheden is heel erg lastig. Veel korpsen draaien uitsluitend op vrijwilligers. Dan zou je apart beroeps in dienst moeten nemen of die vrijwilligers alsnog allerlei verplichtingen moeten opleggen, trainingen en opleidingen geven, ze beschikbaarheidsdiensten laten draaien. Dat zijn aspecten die zo verweven zijn met een arbeidsovereenkomst, dat het buitengewoon lastig wordt om vol te houden dat ze geen arbeidsovereenkomst hebben."
'Geef vrijwilligers arbeidsovereenkomst'
Verhulp vindt het aanbieden van een arbeidsovereenkomst de beste oplossing. "Uiteindelijk is dat niet heel erg ingewikkeld. De overheid heeft zelf die regels geschapen. Dus waarom zouden ze die nou niet toepassen?"
Ook Willemijn Roozendaal, universitair hoofddocent arbeidsrecht, zegt dat de overheid de vrijwilligers evenveel zou moeten betalen. "De oplossing moet gezocht worden in het opstellen van een deugdelijk systeem van functiewaardering, waarbij de brandweerlieden door bijvoorbeeld het opbouwen van meer ervaring of het dragen van meer verantwoordelijkheden meer kunnen gaan verdienen."
Nieuwsuur liep mee bij een aantal oefeningen van de korpsen in Hengelo en Langweer: