Verdachte insulinemoorden praat toch: 'Ik heb er niets mee te maken'
Op de tweede dag van de rechtszaak tegen Rahiied A., de verdachte van de insulinemoorden, heeft hij voor het eerst iets gezegd. Toen het in de rechtszaal ging over een slachtoffer in een Rotterdamse zorginstelling, zei hij: "Ik heb er niets mee te maken." De betreffende vrouw was dement. Ze overleefde de insuline-injectie en overleed onlangs.
Daarna beriep hij zich weer op zijn zwijgrecht, "op advies van mijn advocaten", net als gisteren en vanochtend. Dit tot grote frustratie van familie en nabestaanden van slachtoffers en de rechters.
Voordat A. zijn ontkenning uitte, toonde hij zich al erg emotioneel. Tijdens de zitting van vanochtend kreeg hij het te kwaad toen hij twee foto's van slachtoffers te zien kreeg. Hij wilde niet naar de foto's kijken en draaide ze om. Daarna wendde hij zijn hoofd af en barstte in snikken uit.
Toen de rechters hem daarop vroegen waarom hij dat deed, bleef hij zwijgen. Het lukte de rechters niet contact met hem te krijgen. Daarop werd de zaak geschorst voor de lunch.
Medicijnen
Eerder op de ochtend werd de zaak ook korte tijd onderbroken omdat A. het niet aankon. Toen bleek dat hij zijn medicijnen later dan anders had gekregen.
De 23-jarige verpleger in opleiding wordt ervan verdacht dat hij ouderen in verzorgingstehuizen onterecht insuline heeft ingespoten. Hij staat voor de rechtbank in Rotterdam terecht voor vier moorden en acht pogingen tot moord, op zeven personen.
Ook vandaag zijn er nabestaanden in de zaal. Ze zijn, net als gisteren, teleurgesteld dat A. niet of nauwelijks wil praten.
Donderdag gaat de zaak verder.