Iraanse leider steunt verhoging brandstofprijzen, hint op harder ingrijpen
De Iraanse geestelijk leider Khamenei steunt het overheidsbesluit om de brandstofprijzen te verhogen. Vanwege dat besluit gingen in verschillende Iraanse steden gisteren demonstranten de straat op.
Ze wierpen blokkades op en staken auto's in de brand. In de zuidelijke stad Sirjan viel bij de protesten volgens de overheid zeker een dode. Verder was internet in het grootste deel van Iran gisteren offline, mogelijk als poging om de protesten te beteugelen.
Khamenei noemde de betogers vandaag in een toespraak op de staatstelevisie "tuig" dat was geïnspireerd door "vijanden" van Iran. Agenten moesten volgens hem hun "taken uitvoeren", waarmee hij hintte op een harder optreden van ordetroepen als de protesten aanhouden.
In verschillende steden gingen betogers de straat op:
De Iraanse regering besloot vrijdag de brandstofprijzen met de helft te verhogen; een liter benzine kost in het land nu 15.000 rial, wat neerkomt op ongeveer 40 eurocent.
Verder mogen voertuigen hoogstens zestig liter benzine per maand tanken. Wordt er meer dan de toegestane hoeveelheid getankt, dan komt er 30.000 rial (zo'n 80 eurocent) per liter bovenop.
Met de hogere brandstofprijzen wil president Rohani de armsten van het land helpen. Maar de maatregel leidde tot woede bij veel Iraniërs, omdat ook zij het zwaar hebben.
Amerikaanse sancties
Mede door Amerikaanse economische sancties staat de economie van Iran er slecht voor. President Trump besloot de druk op te voeren nadat hij uit het atoomakkoord met Iran was gestapt. Sindsdien daalt de koopkracht en economische groei in het land in hoog tempo.
Hoewel de demonstraties in Iran begonnen tegen de stijgende brandstofprijzen, lijkt het inmiddels een breder protest te worden tegen de politieke leiding van het land. Zo zijn er video's op sociale media te zien waarop demonstranten "Dood aan Rohani" scanderen.