Protest in Iran tegen stijgende brandstofprijzen richt zich tegen regime
In verscheidene steden in Iran wordt gedemonstreerd tegen een besluit van de overheid om de brandstofprijzen te verhogen. Daarbij is afgelopen nacht een dode gevallen in de zuidelijke stad Sirjan, zegt staatspersbureau ISNA. Op sociale media circuleren beelden waarop politie schiet op demonstranten.
Hoewel de demonstraties begonnen tegen de stijgende brandstofprijzen, lijkt het inmiddels een breder protest te worden tegen de politieke leiding van het land. Zo zijn er video's op sociale media te zien waarop demonstranten "Dood aan Rohani" scanderen, waarmee ze de president van het land bedoelen.
Offline
Netblocks, een Europese ngo die censuur op internet meet, zegt dat sinds enkele uren het grootste deel van Iran offline is. Zelfs de grootste mobiele netwerken zouden platliggen. "Data laten zien dat het internetverkeer is gedaald tot zeven procent van het normale niveau", schrijft de organisatie op Twitter.
"Ze zijn klaar met veertig jaar vol tirannie, economisch wanbeleid en isolatie", schrijft de bekende Iraanse activiste Masih Alinejad op Twitter. "En het regime vuurt meedogenloos op de demonstranten."
Ook deelt Alinejad een video waarop volgens haar een beeld van ayatollah Khomeini, de stichter van de Islamitische republiek, in brand gestoken wordt:
Demonstraties in Iran zijn toegestaan, maar protest tegen de politieke en religieuze leiding van het land wordt door de autoriteiten niet op prijs gesteld.
Benzine
De brandstofprijzen zijn door de Iraanse overheid met de helft omhoog gedreven. Daardoor kost een liter benzine nu 15.000 rial, wat neerkomt op ongeveer 40 eurocent per liter.
Verder mogen voertuigen hoogstens zestig liter benzine per maand tanken. Wordt er meer dan de toegestane hoeveelheid getankt, dan komt er 30.000 rial (zo'n 80 eurocent) per liter bovenop.
Mede door Amerikaanse economische sancties gaat het niet goed met de economie van Iran. President Trump besloot keiharde sancties in te voeren nadat hij uit het atoomakkoord met Iran was gestapt. Sindsdien daalt de koopkracht en economische groei in het land rap.
Foto's van de demonstraties in Iran:
Om middernacht kondigde de regering aan de prijzen te verhogen. Daarmee hopen de autoriteiten meer inkomsten te vergaren uit de benzine.
Maar de plotselinge prijsverandering schoot bij Iraniërs in het verkeerde keelgat. Met een laag of middeninkomen is het moeilijk rondkomen sinds de economische sancties. Bovendien zijn grote gedeeltes van het spaargeld bij veel mensen verdwenen door de dalende waarde van de Iraanse valuta.
Economische problemen
Daardoor kunnen velen de hogere benzineprijzen zich niet veroorloven. Uit onvrede over de economische malaise en de stijgende benzineprijzen, gingen Iraniërs de straat op.
In veel steden, waaronder hoofdstad Teheran, werden grote wegen geblokkeerd. In Sirjan, waar een demonstrant overleed, werd volgens Iraanse autoriteiten geprobeerd een oliedepot in de brand te steken. Daarom werden schoten gelost, waarbij gewonden vielen. Of de dode ook bij het oliedepot viel, is onduidelijk.
De protesten zetten druk op de Iraanse president Rohani. In 2017 waren er ook al grote protesten uit boosheid over de economische situatie van Iran. De woede richtte zich ook op de politieke en religieuze leiding, wat uitzonderlijk is in het strenge islamitische land.
"Wanneer mensen 'dood aan de dictator' roepen, dan gaat het om de Islamitische Republiek en niet om benzine", tweet activist Alinejad. "Dus reduceer dit niet tot protesten om dure benzine, de benzine is een excuus. Mensen zijn moe van de dictatuur en de corruptie van een ideologisch systeem dat zijn geld uitgeeft aan oorlog in de regio."