Wereldkampioen Van Schip piekert over toekomst: 'Weet niet of het goedkomt'
Voor de baanwielrenners klinkt volgende week woensdag bij de EK in Apeldoorn het startschot van een lang olympisch seizoen. Maar één van de boegbeelden van de Nederlandse baanploeg, Jan-Willem van Schip, zit met zijn hoofd nog even ergens anders. "Ik moet op zoek naar een nieuwe ploeg."
Zijn werkgever op de weg, Roompot-Charles, houdt na dit kalenderjaar op te bestaan. En dus maakt de 25-jarige Nederlander, wereldkampioen puntenkoers op de baan, zich zorgen. Zeker met de Spelen in het vooruitzicht.
"Om straks beter te rijden in Tokio heb je veel koersdagen op de weg nodig, op hoog niveau. Want grote wedstrijden van tweehonderd kilometer, daar kun je niet tegenop trainen."
Van Schip is op de baan een duursporter, iemand van de lange adem. Zo rijdt hij naast de puntenkoers ook het omnium en de koppelkoers; onderdelen waarop je inhoud nodig hebt. Veel van zijn concurrenten op de baan rijden ook veel wedstrijden op de weg.
"Het liefste wil ik een goede, grote ploeg. Maar of dat erin zit? Ik vind het heel moeilijk, ik heb er geen invloed op." Van Schip mijdt het onderwerp liever, "want ik weet niet of het goed komt. Ik kan het gewoon niet uitleggen, ik snap het zelf niet."
Tal van toptienplaatsen
Het is niet dat Van Schip geen uitslagen heeft gereden op het asfalt. In dienst van Roompot reed hij tal van toptienplaatsen bijeen. En won hij ook wedstrijden; dit jaar nog een etappe in de Ronde van België, vorig jaar nog de Slag om Norg.
Bovendien viel hij op met sterke optredens in voorjaarsklassiekers als de Scheldeprijs en Gent-Wevelgem.
Maar de marktwerking binnen het professionele wegwielrennen, dat is iets waar Van Schip nog niet veel mee te maken heeft gehad. Voor zijn avontuur bij Roompot begon in 2018, kwam hij uit voor kleine Nederlandse semi-professionele teams.
Kneiterhard fietsen
"Om binnen te komen bij een ploeg, dat is gewoon heel... Kijk, er moet maar net iemand zijn die denkt: hé, die Jan-Willem van Schip kan zo kneiterhard op kop rijden, die moeten we hebben. Voor hetzelfde geld denken ze: we hebben een extra sprinter nodig of een superlicht mannetje voor de geitenpaadjes in Spanje."
"Het enige wat ik kan doen, is hard fietsen. Dat heb ik voor mijn gevoel laten zien. De rest mag het management oplossen. Daar heb ik geen invloed op."
Hoewel hij nog piekert over zijn toekomst op de weg, kijkt hij toch wel uit naar het baanseizoen. "Ik word er blij van als het een beetje draait en je vliegt hier over de baan", zegt Van Schip vanuit Omnisport in Apeldoorn, waar de ploeg woensdag trainde in aanloop naar de Europese titelstrijd.
"Wat ik verwacht van de EK? Ik mag mezelf tot de favorieten rekenen, ik denk niet dat ik dan iets geks zeg. Ik heb heel veel zin om weer te racen. Om er vol voor te gaan."
