Gevaren voor kustgebieden in de wereld nemen sterk toe
Kustgebieden moeten zich veel beter voorbereiden op overstromingsrisico's dan ze tot nu toe hebben gedaan. Dat zegt Laurens Bouwer, een van de Nederlandse wetenschappers die hebben meegewerkt aan het nieuwste IPCC-rapport. Dat rapport van het VN-klimaatpanel, dat vanochtend is gepubliceerd, gaat over oceanen, gletsjers en ijskappen. Het constateert dat de zeespiegel steeds sneller zal stijgen als de uitstoot van broeikasgassen niet gauw naar beneden gaat.
Vooral de combinatie van zeespiegelstijging en grote stormen baart zorgen, stelt het IPCC. Waar vroeger deze combinatie in bepaalde gebieden zich slechts één keer in de honderd jaar voordeed, zal dit mogelijk toenemen tot een jaarlijks risico in 2050. "Dat betekent dat er elk jaar in die gebieden een overstroming dreigt. Dit geldt niet alleen voor lagere delta's ver weg, of voor kleine eilandstaten, ook in Europa neemt dit risico toe", vertelt Bouwer, die werkt bij het Duitse onderzoeksinstituut Gerics.
"Doorgaans zijn grote steden wel goed beschermd tegen hoog water. Maar gebieden waar minder mensen wonen, zoals bijvoorbeeld het westen van Engeland, moeten zich veel beter gaan voorbereiden." Volgens Bouwer zijn er niet alleen aanwijzingen dat stormen heviger worden, ook zal er tegelijk vaker extreme neerslag vallen. "Als dan ook nog de zeespiegel is gestegen, gaat het om een veel groter risico dan tot nu toe."
Nederland 'op orde'
In Nederland hebben we de bescherming tegen hoog water goed op orde, zegt Bouwer. Maar regeringen in andere landen moeten nu snel hiervoor beleid ontwikkelen. "Tot nu toe was dit voor de meeste gebieden een ver-van-mijn-bed-show. Maar dit gebeurt dus al over dertig jaar, dat is ontzettend snel. Moeten mensen in lager gelegen gebieden naar hoger gebied gaan verhuizen? Zijn andere maatregelen om de kust te beschermen wel te financieren? Daar is nog maar weinig over bekend, en dat moet dus een belangrijk aandachtspunt worden voor de politiek."
De Utrechtse hoogleraar Roderik van de Wal is een van de hoofdauteurs van het nieuwste rapport. Hij was de afgelopen dagen in Monaco aanwezig bij de onderhandelingen van regeringen wereldwijd over een samenvatting van het rapport. Hij noemt het "een zware bevalling". "De laatste vergadering duurde 27 uur en volgde na drie ook al lange dagen." Niettemin kijkt hij positief terug op het resultaat.
Zeespiegelstijging in 2300
De kritische vragen van regeringen noemt hij nuttig. "De samenvatting is er een stuk beter door geworden. Soms begrijpen mensen het anders dan de wetenschappers het bedoeld hebben. Soms hebben woorden een andere lading. En soms leggen ze inhoudelijk andere accenten." Met dat laatste doelt hij vooral op een inschatting van de zeespiegelstijging voor het jaar 2300.
Omdat zeespiegelstijging niet stopt aan het einde van deze eeuw, wordt nu al ingeschat dat die in 2300 gemiddeld iets minder dan 4 meter zal zijn, in het ergste geval zelfs 5 meter. Van de Wal: "Er was overweldigend veel vraag naar om die projectie voor 2300 uitgebreider aan bod te laten komen in de samenvatting van ons rapport."
Het rapport komt in een week van grote klimaatdemonstraties en een top met wereldleiders in New York, eergisteren. Wat Van de Wal betreft onderstreept het nieuwe rapport dat de uitstoot van broeikasgassen nu snel naar beneden moet. Niet alleen vanwege de zeespiegelstijging, waar we in Nederland zoveel mee te maken hebben. Maar ook vanwege de verzuring van de oceanen en het afsterven van het koraal, of het veranderen van ecosystemen. "Er zijn gewoon te veel dingen die verkeerd gaan, als de temperatuur op aarde te veel stijgt."