NOS Nieuws

'Oplossing ict-problemen in de zorg niet zo moeilijk'

  • Rinke van den Brink

    Redacteur gezondheidszorg

  • Rinke van den Brink

    Redacteur gezondheidszorg

Het is technisch niet zo ingewikkeld om de problemen met de digitale uitwisseling van patiëntgegevens op te lossen. Dat zegt Jan Hazelzet, hoogleraar kwaliteit en uitkomsten van de zorg aan het Erasmus MC. Hij is gespecialiseerd in dit onderwerp.

"We zijn al jaren bezig om dit te regelen", zegt hij, "maar de oplossing is eigenlijk heel makkelijk. Van elke burger moet er een set medische basisgegevens beschikbaar komen waar artsen in kunnen kijken als ze een patiënt moeten behandelen die niet hun eigen patiënt is."

"Vergelijk het met je paspoort dat je op een vliegveld in een leesapparaat schuift, dan ziet het apparaat wie je bent. Of met je bankpas. Die kun je wereldwijd gebruiken omdat de banken een internationale taal hebben afgesproken. Het moet niet uitmaken bij welke zorgverlener je komt: ze moeten allemaal kunnen zien of je diabetes hebt, dat je blinde darm eruit is en dat je bloeddrukverlagers slikt."

In die set basisgegevens moet staan welke actuele ziektes een patiënt heeft, welke medicatie hij/zij gebruikt, welke eventuele allergieën spelen en de relevante ziektegeschiedenis. "Die gegevens moeten gestandaardiseerd worden opgeslagen. In nulletjes en eentjes zeg maar", legt Hazelzet uit. "De taal om die gegevens te coderen is er, maar het wordt maar niet ingevoerd."

Landelijk EPD

Dat heeft volgens de hoogleraar alles te maken met het debacle rond de invoering van het landelijke Elektronisch Patiëntdossier. Dat sneuvelde in 2011 in de Eerste Kamer vanwege grote zorgen over de veiligheid van het systeem en, in het verlengde daarvan, de privacy van Nederlandse burgers.

"Het ministerie van VWS is door dat fiasco kopschuw geworden. Ze zetten nu wel stappen, maar het gaat veel te traag." Of de gestandaardiseerde set medische basisgegevens er komt heeft volgens Hazelzet alles te maken met de doorzettingsmacht van het ministerie. "Hoeveel druk zetten die? En luisteren de leveranciers van de software in de zorg er naar? Veruit de grootste leverancier is Chipsoft, gevolgd door EPIC."

De zorg in Nederland is volgens de hoogleraar volstrekt afhankelijk geworden van die bedrijven. "Maar als de minister zegt dit voeren we in als standaard, dan moeten ook zij zich eraan houden. We moeten het vanaf een bepaalde datum verplicht stellen: houden ze zich daar niet aan, dan worden ze niet meer betaald. De minister moet dit niet aan het veld overlaten, maar zelf de regie nemen. Dit kan. De euro is toch ook ingevoerd op één bepaald moment."

Jan Hazelzet

De voorzichtige stappen die minister Bruins volgens Hazelzet nu in een veel te traag tempo zet, zijn bedoeld om zorginstellingen stapsgewijs te verplichten om op een eenduidige manier digitale gegevens met elkaar uit te wisselen.

"Zo kunnen zorgverleners sneller over medische gegevens van patiënten beschikken en kunnen patiënten hun eigen gegevens veilig digitaal inzien en beheren", schreef de minister in december 2018 aan de Kamer. Bruins schrijft in zijn brief verder dat het om een project gaat dat nog jaren in beslag gaat nemen en waarvoor 400 miljoen euro beschikbaar is. Vanaf januari 2021 zou de digitale uitwisseling van medische gegevens dan geleidelijk aan verplicht worden.

Niet overal hetzelfde

Het is niet nodig dat alle zorgverleners dezelfde software en ict-systemen gebruiken, legt Hazelzet uit. "Dat kan ook helemaal niet. Een huisarts, fysiotherapeut of een verloskundige kan niet hetzelfde ict-systeem gebruiken als een ziekenhuis. Je zou hen misschien ook financieel moeten ondersteunen bij het aanpassen van hun systemen."

Binnenkort is het ook mogelijk om de set medische basisgegevens in allerlei talen uit lezen. "Dan krijgt een arts in Madrid jouw gegevens in het Spaans op zijn scherm en een arts in Londen in het Engels." Andere landen gingen Nederland hierin al voor. "In Estland is het bijvoorbeeld heel goed geregeld."

Privacy

Na invoering van een gestandaardiseerde set medische basisgegevens blijft er nog wel wat te regelen over. "Dan moet je natuurlijk bedenken wie toegang krijgt en hoe je de privacy regelt. Patiënten zouden dat bijvoorbeeld zelf kunnen regelen door toestemming te geven."

In zijn kamerbrief van april dit jaar gaat minister Bruins daar ook op in. Hij signaleert dat de privacy-waarborgen voor digitale uitwisselingen van medische gegevens strenger zijn dan voor uitwisseling van papieren gegevens. Dat betekent volgens de minister dat er door het invoeren van verplichte digitale uitwisseling van gegevens minder informatie beschikbaar dreigt te komen voor artsen. De minister wil daarom op dit punt de wet aanpassen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl