Verpleegkundigen zijn faxen en overtikken van patiëntgegevens zat
Medewerkers in de zorg zijn veel tijd kwijt aan het overtikken, printen en faxen van gegevens van patiënten. Dat blijkt uit een rondgang van de NOS onder ruim 700 zorgmedewerkers, onder wie 500 verpleegkundigen.
Honderden zorgverleners klagen dat ze veel tijd kwijt zijn aan het overtikken, vaak tot een uur per dag. "Beschamend", noemt Sonja Kersten de situatie. Zij is directeur van V&VN, de beroepsvereniging van verpleegkundigen.
Wat haar betreft moeten zorginstellingen een vuist maken tegen de ict-leveranciers en eisen dat de software beter gaat samenwerken. "Ict moet de zorg helpen, niet ingewikkelder maken", zegt Kersten.
Digitale systemen
Vrijwel alle ziekenhuizen, huisartsen, apotheken en andere zorginstellingen zijn inmiddels over op digitale systemen, waarin ze informatie over patiënten opslaan. Het probleem is dat die systemen onderling vaak niet met elkaar praten, terwijl informatie over een patiënt soms toch naar een andere zorginstelling toe moet.
Dat is bijvoorbeeld het geval als iemand van een algemeen ziekenhuis wordt doorverwezen naar een universitair ziekenhuis, maar ook als iemand uit het ziekenhuis wordt ontslagen en wordt doorverwezen naar een instelling voor wijkverpleging.
In veel gevallen wordt die informatie per post of per fax doorgegeven, of krijgt een patiënt een handgeschreven of afgedrukt dossier mee, dat daarna moet worden overgetikt. Ziekenhuizen laten soms zelfs een taxi of een koerier rijden om röntgenscans of mri-beelden bij een andere zorginstelling te krijgen.
Risico's
Al dat handwerk kost veel tijd, terwijl de werkdruk in de zorg toch al hoog is. Het brengt ook risico's met zich mee: zo kan het overtikken leiden tot tikfouten, waardoor patiënten bijvoorbeeld verkeerde doses medicijnen krijgen.
Meer dan de helft van de zorgverleners met wie de NOS in contact kwam, gaf aan dat de patiëntveiligheid door de niet-communicerende ict wel eens in het geding komt. "Je kunt je voorstellen dat als je telkens informatie moet overtikken van het ene in het andere systeem, er wel eens fouten worden gemaakt", zegt Kersten.
Ontbrekende informatie
Op de afdeling spoedeisende hulp ontbreekt bovendien vaak belangrijke informatie over patiënten die binnenkomen. Het kan dagen duren tot relevante informatie is doorgefaxt.
Dat beaamt Marcel Daniëls, cardioloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten. "Vorige week kreeg ik een patiënt binnen die een hartinfarct had gehad. Zijn familie gaf aan dat hij onder behandeling was in Utrecht", zegt Daniëls.
Communicatie met andere zorginstellingen is in de praktijk eigenlijk onmogelijk.
"Maar waarvoor dan precies, dat wisten ze niet. Terwijl dat soort informatie heel belangrijk is." In dit geval moest er worden gebeld met het ziekenhuis in Utrecht. "Anno 2018 zou dat niet meer nodig hoeven zijn. Communicatie met andere ziekenhuizen, huisartsen of de wijkverpleging is in de praktijk eigenlijk onmogelijk."
Verouderd
Ook kan informatie alweer verouderd zijn op het moment dat hij zijn bestemming bereikt. "Als we informatie al naar de volgende zorgverlener hebben gefaxt en iemand daarna twee dagen in het ziekenhuis blijft, kan er in die tijd alweer veel zijn veranderd", zegt Florian van Hunnik, verpleegkundige en chief nursing informatics officer bij het OLVG in Amsterdam.
Net als veel van zijn vakgenoten is hij veel tijd kwijt aan het overschrijven en faxen van informatie, bijvoorbeeld als een patiënt wordt doorverwezen naar de wijkverpleging. "Dat moeten we dan eerst intern met de hand overschrijven naar een ander systeem. Vervolgens gaat dat per fax naar de wijkverpleger en die gaat dat dan weer zitten invoeren."
Als iemand uit het ziekenhuis wordt ontslagen, zit ook de apotheek met een probleem, zegt apotheker Cindy Hoonhout. "Wij krijgen dan vaak niet alle informatie over wat er in het ziekenhuis is gebeurd qua medicatie. Soms geeft het ziekenhuis die informatie op papier mee aan de patiënt, maar die komt dan niet bij ons terecht."
Terwijl die informatie wel belangrijk kan zijn, bijvoorbeeld voor het bepalen van de hoeveelheid medicatie die iemand veilig kan krijgen.
Landelijk patiëntendossier
De politiek heeft geprobeerd om een landelijk systeem voor de uitwisseling van zorggegevens op te zetten: het Elektronisch Patiëntendossier. Dat systeem liep echter spaak op privacybezwaren: de Eerste Kamer vreesde dat dat systeem niet goed genoeg zou kunnen worden beveiligd.
Sindsdien zijn er wel initiatieven geweest om gegevens uit te wisselen, zoals het Landelijk Schakelpunt (LSP). Maar in veel gevallen wordt daar geen gebruik van gemaakt: huisartsen zien er weinig in, meldde onderzoeksplatform Investico dit jaar.
Bovendien moeten mensen actief toestemming geven voordat iemands dossier mag worden aangesloten op het LSP. "De gemiddelde apotheker heeft 10.000 klanten, probeer die allemaal maar eens om toestemming te vragen", zegt apotheker Hoonhout.
Daarnaast is de informatie die via dat schakelpunt wordt uitgewisseld, niet compleet. "Zo zien we het niet altijd als iemand stopt met een medicijn en krijgen we geen uitslagen uit laboratoria."
Regionale initiatieven
Ook initiatieven met namen als Whitebox, Zorgdomein, Zorgplatform en het 'Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional' hebben de papierwinkel in de zorg nog niet tot een einde gebracht.
"Er zijn veel regionale initiatieven, maar het lukt niet om alles op elkaar aan te sluiten", zegt Suzan Gipmans van Werkgroep Zorg 2025, een organisatie van jonge zorgmedewerkers. "Mensen in de zorg zijn bang dat er straks twintig van dit soort platforms zijn."
Veiligheid
Privacy is een belangrijk argument tegen digitale uitwisseling. Maar de privacy is nú juist niet goed geregeld, denkt V&VN. "Nu slingeren overal papieren rond met patiëntgegevens, dat levert juist privacyzorgen op", zegt Kersten. "Als zorgsystemen met elkaar samenwerken en we beveiligen dat goed, is dat juist een verbetering voor de privacy."
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is het ermee eens dat zorginstellingen samen "met de leveranciers van ict-systemen het gesprek moeten aangaan". "Leveranciers moeten zorgen dat ze ook met andere systemen kunnen koppelen, op een betaalbare manier. Het is tenslotte maatschappelijk geld", aldus de organisatie in een schriftelijke reactie.
En daar zit wel een probleem, zegt Gipmans. "Technisch kan er van alles, maar iemand moet het betalen", zegt ze. "En niemand lijkt bereid te zijn om te betalen voor het uitwisselen van patiëntgegevens."
Netflix was nooit zo groot geworden als het alleen op televisies van Samsung had gewerkt.
Vreemd, vindt Gipmans dat. "Netflix was nooit zo groot geworden als het alleen op televisies van Samsung had gewerkt", vergelijkt ze de situatie in de zorg met die in het dagelijks leven.
"Iedere zorginstelling moet nu zelf onderhandelen met een ict-leverancier om uitwisseling mogelijk te maken", zegt Kersten van V&VN. "Zorginstellingen zouden samen moeten eisen dat gegevens van patiënten kunnen worden gekoppeld voor een eerlijke prijs, in plaats van dat ze allemaal de volle mep moeten betalen."
Chipsoft, een van de twee grote leveranciers van ict-systemen aan ziekenhuizen, is het eens met de kritiek dat het nu niet goed gaat. "Er gebeurt een hoop, maar het is wettelijk extreem complex om medische gegevens uit te wisselen zonder expliciete toestemming van de patiënt", schrijft dat bedrijf in een schriftelijke reactie. Het bedrijf vraagt de politiek dan ook om hulp.