Aankomend studiejaar zijn er opnieuw meer opleidingen met een numerus fixus bij universiteiten, terwijl uit onderzoek van NOS op 3 blijkt dat die studies vaak helemaal niet vol zitten.
Dit jaar, in september 2019, zijn er 56 universitaire opleidingen die een numerus fixus hanteren. Afgelopen jaar waren het er nog 47 en het jaar ervoor 42. Een flinke groei dus.
In deze video zie je waarom de minister van Onderwijs daar niet blij mee is:
Het definitieve aantal inschrijvingen van dit studiejaar is nog niet bekend. Maar de cijfers van vorig jaar zijn er wel. Voor alle numerus-fixusstudies waren er toen in totaal 34.117 aanmeldingen. Veel meer dan het totale aantal opleidingsplekken van 12.104.
Studenten hadden daarmee een gemiddelde toelatingskans van 35 procent. Je zou dus denken dat de collegebanken bij die studies stampvol zitten.
Maar uit onderzoek blijkt dat dat bepaald niet zo was. We hebben daarvoor gekeken naar alle opleidingen in 2018 met numerus fixus, exclusief geneeskunde en tandheelkunde. Voor deze twee studies wordt jaarlijks door een onafhankelijke instelling advies uitgebracht hoeveel opleidingsplekken nodig zijn. Op die manier wordt voorkomen dat er een tekort of overschot aan artsen en tandartsen ontstaat.
Buiten deze twee studies bleven er in 2018 nog 35 opleidingen over met numerus fixus. Maar van die 35 zaten er 23 minder dan 90 procent vol. Bijvoorbeeld Fiscaal Recht in Leiden: een studie met plek voor 125 studenten, maar uiteindelijk begonnen er slechts 55 aan de opleiding. Of neem Kunstmatige Intelligentie aan de UvA: 200 plekken en maar 105 studenten gingen in 2018 aan de slag.
Swipe hieronder door de numerus-fixusstudies om te zien hoe vol/leeg die afgelopen jaar zaten:
Volgens de universiteiten zijn veel opleidingen niet vol omdat studenten vaak op het laatste moment afhaken. Een numerus fixus is wel nodig, zegt de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU). Volgens die instelling hebben sommige opleidingen een tekort aan docenten, labruimte of stageplekken.
Bovendien zijn er vaak wel veel inschrijvingen, zegt de VSNU, maar haken studenten om uiteenlopende redenen toch af. Bijvoorbeeld omdat ze voor een studie in een andere stad gaan of omdat er bij internationale studenten een probleem met hun visum ontstaat.
NOS op 3 sprak met verschillende studenten die deelnamen aan een numerus-fixusselectie. Jaarlijks wordt in april de uitslag bekendgemaakt. Studenten krijgen dan een rangnummer. Bijvoorbeeld 400, bij een studie waar 200 plekken zijn. Bij het horen van zo'n relatief hoog rangnummer zeggen studenten dat ze voor een andere studie hebben gekozen.
Toch bleek soms later, bij aanvang van het studiejaar, dat hun eerste voorkeur studie uiteindelijk niet vol zat. Dat komt omdat er de laatste weken voor een studie begint nog veel aankomende studenten afhaakten.
Volgens student Koen beperkt numerus fixus de keuzevrijheid van studenten. Zijn opleiding zit volgens hem al jaren niet vol, toch bleef de universiteit tot dit studiejaar vasthouden aan een numerus fixus. Onterecht, zegt Koen. "Als student wil je gewoon kunnen kiezen. Als je dan wordt afgehouden terwijl dat geen reden heeft omdat er genoeg plek op de arbeidsmarkt is en genoeg capaciteit op de universiteit. Dan is er eigenlijk helemaal geen reden om een numerus fixus in te stellen."
Financieel voordeel
Voor universiteiten heeft numerus fixus een duidelijk voordeel. Ze kunnen selecteren op studenten die in hun beleving de opleiding snel en zonder problemen zullen doorlopen. Dat is financieel gezien gunstig. Universiteiten krijgen van de overheid per student een bedrag betaald voor het aantal jaren dat voor een studie staat. Studievertraging kost dus niet alleen de student, maar ook de universiteit geld.
In een reactie zegt de VSNU dat universiteiten juist balen als ze voor een numerus fixus moeten kiezen, omdat het juist in het dna van de universiteiten zit om te zorgen voor zoveel mogelijk openbaar en toegankelijk onderwijs.
Minister Van Engelshoven (D66) is al langer kritisch over numerus fixus. "Het beperkt de toegankelijkheid van het onderwijs", zegt ze. Eerder bleek uit wetenschappelijk onderzoek dat studenten met een migratieachtergrond en studenten waarvan de ouders nog niet gestudeerd hebben een lagere kans hebben om door zo'n selectieprocedure heen te komen.
Ook wijst ze op het gevaar van zelfselectie: sommige studenten haken af als ze zien dat een studie numerus fixus hanteert, omdat ze bang zijn dat ze de selectie niet doorkomen.
Wetsvoorstel
Om verdere groei van numerus fixus te voorkomen werkt de minister aan een wetsvoorstel. Daardoor kan het ministerie in plaats van de universiteit bepalen of een opleiding het aantal studenten mag beperken. Ook krijgen universiteiten meer mogelijkheden om meer studenten toe te laten tot numerus fixus-studies, omdat ze van tevoren weten dat er toch mensen zullen afhaken.