Aantal studenten groeit, maar universiteiten maken zich zorgen
Anne ter Rele
redacteur Online
Anne ter Rele
redacteur Online
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) maakt zich zorgen over het groeiende aantal aanmeldingen op universiteiten. Dat zijn steeds vaker internationale studenten, maar niet alle opleidingen kunnen de snelle stijging aan.
Er hebben zich al bijna 10.000 bachelorstudenten meer aangemeld dan vorig jaar rond deze tijd, een groei van bijna 10 procent. "Aan de UvA staan nu 1800 studenten aangemeld bij de studie economie, terwijl er vorig jaar maar 840 begonnen", zegt Sirra Alofs van het ISO. "We weten nog niet hoeveel studenten er ook daadwerkelijk gaan beginnen. Maar het is duidelijk dat een enorme groei moeilijk op te vangen zal zijn door de universiteiten." Ook in Maastricht groeit de Engelstalige studie economie, van 287 naar 400 eerstejaars.
"Wij vrezen met zoveel aanmeldingen voor de kwaliteit van het onderwijs", vertelt Alofs. "Zo zijn we bang dat de werkgroepen veel te groot zullen worden." Bij de faculteit van Economics and Business van de Universiteit van Amsterdam zitten al gemiddeld veertig studenten in een werkgroep. "Terwijl de richtlijn van de UvA maximaal dertig is", zegt Guido Bakker van de Centrale Studentenraad van de universiteit. "Studenten vinden dit heel onprettig, blijkt uit evaluaties."
Volgens woordvoerder Annelies van Dijk van de UvA is de rek eruit bij de universiteit. "Nu redden we het net, maar we groeien snel. We zijn op dit moment druk bezig om voldoende docenten te regelen voor het komende jaar. Dat is hard werken."
Wij groeien waarschijnlijk snel naar 30.000 studenten. Dat is voor ons genoeg.
Ook de Rijksuniversiteit Groningen ervaart een groeiend aantal inschrijvingen. "We hebben nu zo'n 29.000 studenten en gaan komend studiejaar waarschijnlijk naar 30.000. Dat aantal is voor ons echt genoeg", zegt woordvoerder Jorien Bakker. "We hebben niet de ambitie om veel groter te worden. Daarom vragen we voor bijvoorbeeld international business vanaf volgend jaar een numerus fixus aan."
De faculteiten Science and Engineering en Gedragswetenschappen groeien het snelst. "We lopen soms al tegen praktische problemen aan, zoals te weinig studieruimtes en docenten." Ook gebrek aan woonruimte is een probleem: in de stad worden indien nodig internationale studenten komend jaar opgevangen in tenten. Vanuit die locatie kunnen ze dan verder zoeken naar een gewone kamer.
Niet alleen de Rijksuniversiteit Groningen vraagt een numerus fixus aan: steeds meer universiteiten proberen zo de groei bij sommige opleidingen te temperen. Een zorgwekkende ontwikkeling, vindt Alofs van het ISO. "Als opleidingen gaan selecteren, zijn we bang dat veel Nederlandse studenten daar de dupe van worden. We willen niet dat de komst van internationale studenten ertoe leidt dat Nederlandse studenten niet meer hun bij gewenste opleiding binnenkomen."
Universiteiten hebben meer mogelijkheden nodig om de instroom te sturen, vindt Bakker. "We zouden meer ruimte moeten krijgen om de groei te beperken dan alleen met de numerus fixus. Maar daar is nu wettelijk geen ruimte voor." Universiteiten mogen nu nog geen onderscheid maken tussen Nederlandse en Europese studenten die zich inschrijven voor een studie.
Twee opties
Het ISO ziet dat het liefst veranderen, vertelt Alofs. "We zijn vóór internationalisering", benadrukt ze, "maar het moet met beleid gebeuren en de randvoorwaarden moeten op orde zijn." Daarom ziet de organisatie het liefst dat studies voortaan op twee manieren worden aangeboden. "Eén in het Nederlands, zonder numerus fixus, zodat de toegankelijkheid gewaarborgd blijft. En één in het Engels, met desnoods een capaciteitsbeperking."
Annelies van Dijk van de UvA weet niet of dat de oplossing zal zijn. "Wij zien dat veel Nederlandse studenten nu al voor een Engelstalige studie kiezen, zelfs als er een optie in hun eigen taal is. Dat zien we bijvoorbeeld bij onze studie communicatiewetenschap, die we in beide talen aanbieden."
Studenten willen zelf graag studeren in een internationale omgeving, denkt Van Dijk. "Ze vinden dat leuk. Wij denken dus dat studenten met die twee opties vaak alsnog voor de Engelse studie zullen kiezen, waardoor er nog steeds schaarste is."
Daadwerkelijke opkomst
De aanmeldingen van nu voorspellen niet precies hoeveel studenten er daadwerkelijk volgend jaar zullen rondlopen op universiteiten. Daar zit een groot verschil tussen, benadrukken beide universiteiten en ook het ISO. "Vooral internationale studenten schrijven zich voor meerdere studies in en maken pas laat een keuze", zegt woordvoerder van Dijk. "Dat vertroebelt het beeld. Business administration had vorig jaar 1500 aanmeldingen, slechts 370 zijn daadwerkelijk begonnen aan de studie."
Hoe groot de krapte dus precies gaat zijn, is pas te zeggen in oktober, als het nieuwe collegejaar al een tijdje bezig is.